De gezinswagen: Citroën Traction
De meeste vooroorlogse auto’s lijken een hel voor onervaren bestuurders, maar toch zijn er een paar mooie uitzonderingen, zoals de Traction. Zijn monocoque-structuur, zijn tandheugelstuur, zijn soepele motor en zijn voorwielaandrijving maken dat deze Citroën zich bijna even eenvoudig laat mennen als een fiets. “Bijna”, want je moet wel kunnen leven met de behoorlijk zware besturing. Maar rijden met een DS is in elk geval veel complexer voor niet-ingewijden …
De roadster: MGB
Dit is ongetwijfeld de meest verzamelde oldtimer. En we begrijpen waarom: hij is elegant, gemakkelijk om mee te leven en betrouwbaar, terwijl er een onwaarschijnlijk professioneel netwerk bestaat voor wisselstukken en hij echt gemakkelijk rijdt. Alles werkt zacht en intuïtief. Er zijn net genoeg ‘good vibrations’ om je eraan te herinneren dat je aan het stuur van een oldtimer zit.
De coupé: Lancia Fulvia
De Fulvia is ongetwijfeld een van de beste voorwieltrekkers uit de jaren 60 en 70. Zijn evenwichtige rijgedrag zal moderne bestuurders niet ontheemd doen voelen en je past je gemakkelijk aan door zijn zachte en precieze besturing, zijn wilde motor en zijn vijfversnellingsbak (voor de jongste exemplaren).
De prestigieuze: Maserati Mistral
De weinig gekende Maserati Mistral is een juweeltje. Het is de laatste auto van het merk met de zescilinder in lijn waarmee ene Fangio ooit wereldkampioen werd. Het bloedmooie ontwerp van Frua is in tegenstelling tot zijn opvolgers nog compact, waardoor hij zich meer in zijn sas voelt op onze wegen. Zijn motor is levendig en soepel, de versnellingsbak handzaam en de wegligging evenwichtig: de Mistral verdient veel meer dan een bescheiden succes.