Jaren ’50: Mercedes 300 SL
De 300 SL wordt vaak beschouwd als de eerste supercar en liet in 1954 een diepe indruk na: toen de meeste auto’s slechts moeizaam 110 km/u haalden, flirtte de 300 SL met de… 240 km/u. Ook technologisch gezien ging hij ver voorbij de geplogenheden: directe injectie, buizenchassis, onafhankelijke ophanging,…
Jaren ’60: Lamborghini Miura
Hij was een ufo in de zeer traditionele autosector van de jaren ’60. De in 1966 voorgestelde Lamborghini Miura stak op elk vlak boven het maaiveld uit: een centraal achterin en dwars opgestelde motor die bijna 8.000 o/m haalde, 350 pk, minder dan een ton, 280 km/u en, vooral, een lijn die al de rest ouderwets deed lijken.
Jaren ’70: Maserati Bora
De Bora is waarschijnlijk door de meesten vergeten, maar het was een supercar die een breuk vormde met zijn rivalen, en dan vooral met de Ferrari BB en Lamborghini Countach. Hoewel ook hij een architectuur koos met de motor (een dikke V8 van 330 pk) centraal achterin, was hij zo eenvoudig in het gebruik dat hij perfect dagelijks bruikbaar was.
Jaren ’80: Ferrari F40
De mythe… De laatste auto van baas Enzo Ferrari was de F40, een bruut die ook vandaag nog intimideert met zijn prestaties: een 2.9-V8 biturbo van bijna 500 pk, 325 km/u en 0 naar 100 km/u in 3,9 seconden. De F40 was een brutaal, extreem spartaans en radicaal monster dat tot geen enkel compromis bereid was.
Jaren ’90: McLaren F1
Experts noemen hem de koning der supercars en hij was de eerste ‘hypercar’: de McLaren F1, ontsproten aan het geniale brein van Gordon Murray. De BMW-V12 van 627 pk had geen enkele moeite met zijn 1.140 kilo. Hoewel prestaties niet het ultieme streefdoel waren in het lastenboek, werd hij paradoxaal genoeg de meest performante auto van zijn tijd. Die titel wist hij ook heel lang vast te houden, met een topsnelheid van 380 km/u en een sprinttijd van 0 naar 100 km/u in 3,4 tellen, cijfers die ook vandaag niet eenvoudig te kloppen zijn.