201903201410472.jpg

Jaguar was de eerste om in Tesla’s voetsporen te treden met een elektrische SUV. De I-Pace kreeg al snel navolging van Audi. Diens e-tron rolt in ons land van de productielijn in Vorst, en past als SUV tussen de grote Tesla Model X en katachtige I-Pace. De e-tron is meer bepaald 4,90 meter lang, 22 centimeter langer dan de Brit en 15 centimeter korter dan de Amerikaan.

Op het eerste gezicht ziet de Jaguar er sensueler uit. Tenzij je kiest voor de futuristische achteruitkijkcamera’s (waar je zeker in het begin aan moet wennen) kiest de Audi voor klassiekere looks. Desondanks is de Duitser gestroomlijnder, en dat is belangrijk voor het rijbereik: hij heeft een Cx-waarde van 0,28 (0,27 met de cameraspiegels), tegenover 0,29 voor de Brit.

In beide gevallen is het koetswerk eigenlijk niet meer dan een simpele ‘verpakking’ rond het gigantische batterijpakket. De batterij van de e-tron is goed voor 95 kWh, die van de I-Pace voor 90 kWh. Maar omdat Audi een grotere veiligheidsmarge inbouwt, kunnen klanten in beide gevallen ongeveer dezelfde hoeveelheid energie gebruiken om zich te verplaatsen: 84 kWh.

201903201410393.jpg
201903201410394.jpg

Afwerking en uitrusting: punt voor Audi

Beide concurrenten zijn beter afgewerkt dan de Tesla Model X. De materialen zijn aangenamer en de presentatie is verzorgder. Echt premiumterrein dus. De Jaguar kan de Audi goed volgen, maar de Duitser haalt het door enkele details. Zijn laadklepje sluit bijvoorbeeld automatisch als je de laadkabel uitgetrokken hebt, en de weergave van het infotainmentsysteem ziet er beter uit. Bovendien heb je meer en efficiëntere laadmogelijkheden: 11 kW standaard, optioneel 22 kW, en een snellader tot 150 kW. De Jaguar heeft een lader van 7 kW en doet aan snelladen tegen 100 kW. In alle gevallen heeft de I-Pace meer laadtijd nodig dan de e-tron.

201903201410395.jpg
201903201410406.jpg

201903201410407.jpg
201903201410418.jpg

Comfort: punt voor Audi

Ondanks zijn compactere afmetingen hoeft de Jaguar I-Pace op praktisch vlak niet onder te doen voor de Audi e-tron. Het plaatsaanbod achteraan is ruim voldoende, al is de hoofdruimte beperkter door de aflopende daklijn. In beide gevallen beschik je over meer dan 600 liter aan kofferruimte en over een opbergruimte vooraan voor de laadkabel. Door zijn klassiekere looks is het zicht rondom wel beter in de Audi, en dan vooral het zicht schuin naar achter. Luchtvering maakt bij beide kemphanen het contact met de weg bijzonder comfortabel. Op de Audi is die standaard, bij de Jaguar betaal je € 1.607. De geluiddemping is in beide gevallen perfect.

201903201410419.jpg
2019032014104110.jpg

2019032014104211.jpg
2019032014104312.jpg

Motor: punt voor Jaguar

Beide auto’s hebben twee elektromotoren. Die zorgen voor perfecte trekkracht en grip door hun vierwielaandrijving, maar ook voor sportieve prestaties. De Jaguar is de krachtigste van de twee: 400 pk en 696 Nm, tegenover 360 pk en 561 Nm in de Audi. De e-tron beschikt wel nog over een boostfunctie wanneer je van ‘D’ naar ‘S’ schakelt (408 pk en 664 Nm), maar houdt de I-Pace niet bij. De Duitser zet 2.565 kilogram op de weegschaal, tegenover 2.133 kilogram voor de Brit.

Maar alles is relatief natuurlijk: zowel de e-tron als de I-Pace accelereren en hernemen in een oogwenk. Jaguar geeft 4,8 seconden op voor de sprint naar 100 km/u, Audi 6,6 seconden (5,7 seconden met de boostfunctie). Beide auto’s zijn begrensd op 200 km/u. Het lichtere gewicht van de I-Pace zorgt niet alleen voor betere prestaties, maar ook voor een iets lager verbruik. In beide gevallen mag je op een wisselend parcours in de winter rekenen op een verbruik van 28 tot 29 kWh/100 km en dus een reëel rijbereik van zo’n 300 kilometer. Met een lichtere rechtervoet hou je in de Jaguar iets meer dan 400 kilometer over, in de Audi iets minder dan 400 kilometer. Een zware rechtervoet deelt dat rijbereik door twee.

2019032014104313.jpg

Weggedrag: punt voor Jaguar

De Jaguar I-Pace rijdt zonder twijfel snediger dan de Audi e-tron, die er een gezapigere rijstijl op nahoudt. Dat merk je vooral aan de vooras. Dat maakt de e-tron niet minder aangenaam, maar de Duitser is niet zo dynamisch als de Brit. De plaatsing van de batterijen in de vloer zorgt in beide auto’s voor een optimale gewichtsverdeling tussen de assen en voor een laag zwaartepunt. Dat maakt deze massieve elektrische SUV’s minder plomp dan dat ze eruitzien. Met de luchtvering kun je in beide gevallen de rijhoogte ook aanpassen, waardoor je er ook een stukje mee kunt offroaden.

2019032014104314.jpg
2019032014104415.jpg

Prijs: punt voor Jaguar

Jaguar zet zijn I-Pace in de catalogus vanaf € 79.380, tegenover € 82.400 voor de Audi e-tron. Zelfs met de optionele luchtvering blijft de Brit iets interessanter. Maar in beide gevallen gaat het zoals steeds om een vanafprijs, want met wat opties stijgt de prijs snel. Nog iets sneller bij Audi dan bij Jaguar. Beide modellen hebben rijkelijk uitgeruste lanceringsreeksen: de First Edition bij Jaguar (€ 103.440) en de Edition One bij Audi (€ 114.493).

Beide modellen zijn fiscaal natuurlijk interessant: in Vlaanderen betaal je niets (en krijg je zelfs een premie van € 2.000), in Brussel en Wallonië een jaarlijkse verkeersbelasting van zo’n € 80 en BIV van zo’n € 60. Zelfstandigen kunnen beide modellen in 2019 nog voor 120 procent fiscaal inbrengen, vanaf 2020 voor 100 procent.

2019032014104516.jpg
2019032014104517.jpg

Besluit: winst voor Jaguar

Als je de punten optelt, dan haalt de Jaguar het nipt van de Audi. Hij is explosiever, dynamischer en financieel iets interessanter. De lichtere I-Pace heeft zijn verbruik ook iets beter onder controle. Dat neemt niet weg dat de e-tron meer overtuigt als het op laden aankomt, beter afgewerkt is (met enkele praktische details), en comfortabeler rijdt.

2019032014104618.jpg