In 1898 bouwde Louis Renault in zijn atelier achter het huis van zijn ouders zijn eerste auto. De Type A met De Dion-Bouton-eencilinder trok de aandacht met een buizenchassis, stuur en versnellingsbak met drie verzetten. Niet veel later richtte Louis samen met zijn broers Marcel en Fernand het bedrijf Renault Frères op, in het Franse Billancourt. 120 jaar later is Renault een van de grootste constructeurs ter wereld.
Van de Type A…
Autoworld is natuurlijk niet groot genoeg om alle modellen tentoon te stellen uit de carrière van Renault. Toch worden er veertig belangrijke en uitzonderlijke modellen tentoongesteld aan het Jubelpark. De eerste Renault, de Type A, staat er broederlijk naast een Type B uit 1900, de eerste auto met koetswerk uit de geschiedenis. De twee niet-gerestaureerde auto’s uit het museum van Compiègne staan vlak bij een “Taxi de la Marne”, een van de Renaults die soldaten naar het front voerden in 1914.
… tot de Clio RS
Verder kom je er iconische modellen van het merk tegen: de Juvaquatre, 4CV, Dauphine, R4, R5 en R16. De eerste Espace, de eerste Europese monovolume mag natuurlijk niet ontbreken, evenmin als sportieve Clio- en RS-modellen.
Autosport
Renault heeft ook een rijke autosportgeschiedenis: van de 40CV Record over Gordini tot Formule 1-auto’s met turbomotoren uit de jaren 70. Dankzij Renault Classic valt er een mooie delegatie racewagens te bewonderen.
De hele zomer
De tentoonstelling “Renault 120 Years” begint op 13 juli en loopt de hele zomer lang. Om ze te bezoeken, hoef je gewoon naar Autoworld zelf te gaan. De toegang voor volwassenen kost € 11, senioren betalen € 9. Kinderen van 6 tot 12 jaar betalen € 4. Studenten mogen binnen voor € 8.