Bristol Cars was veel minder gekend of iconisch dan Aston Martin of Jaguar, maar heeft toch een paar heel mooie auto’s gebouwd zoals de 407 Zagato.

De modellen van Bristol wisten zich binnen de autosector te onderscheiden door hun elegante design, krachtige motoren en bijzonder luxueus afgewerkte interieurs. Het merk werd in 1945 opgericht als autotak van een constructeur van vliegtuigmotoren, Bristol Aeroplane Company. Met steun van het Bureau voor Oorlogsherstellingen kregen de leiders van Bristol de kans om na de Tweede Wereldoorlog de BMW-fabriek in München te bezoeken. Ze lieten hun oog vallen op een assemblagelijn als oorlogsvergoeding. Op die manier ontstaat de eerste auto van Bristol, de 400, op het chassis van de BMW 326. De 400 wordt in 1947 voorgesteld op het salon van Genève.

Kortstondige gouden tijd

De jaren 1950 en ’60 zijn de mooiste tijd voor de constructeur. Het is een gouden era waar de succesmodellen elkaar opvolgen, zoals de 404, de 405 Drophead en de prachtige 407 Zagato. Begin jaren ’60 ruilt Bristol de BMW-krachtbronnen in voor krachtige Chrsyler-V8-motoren, die perfect aansluiten bij het karakter van deze luxueuze auto’s.

In de jaren 1970 krijgt Bristol het echter lastig om te innoveren. In 1973 geeft oprichter George S.M. White de teugels door aan piloot Tony Crook. In de jaren 1990 en 2000 lopen de financiële problemen op. In 2011 wordt het merk te elfder ure gered na een eerste gerechtelijke liquidatie. De constructeur houdt de illusie hoog van een terugkeer en slaagt er zelfs in een soort hype te creëren met zijn in 2016 in Goodwood voorgestelde Bullet. Tevergeefs.

Na bijna 75 jaar is het merk verdwenen in totale onverschilligheid en bijgeschreven op de lange lijst van Britse autobouwers die vandaag niet meer bestaan.