Na de 5 geheimen van de Citroën 2 PK, Fiat Nuova 500, Mini Classic, VW Golf, Porsche 911, Ferrari 250 GTO , Mercedes 300 SL , Lamborghini Countach , Range Rover, Renault 4, Ferrari Testarossa ,McLaren F1, Citroën DS, Jaguar E-Type, Volkswagen Kever, Willys MB, Citroën Traction, Peugeot 205, Renault 5, Lada Niva, Mercedes 190, Fiat Panda en de Renault 4CV, we onze reeks verder met 5 weetjes over een ander iconisch model: de Volvo 240.
Eerst een kleine en nuttige verduidelijking: 240 is niet de naam van een specifiek model, maar wel van een modelreeks. De tweedeurscoupé heette namelijk 242 terwijl de 244 en 245 respectievelijk de berline en de break waren. Tot slot was er ook nog een zescilindervariant, de 260.
1. De schoonste auto van de VS dankzij een wereldpremière
Jawel, deze baksteen is ooit verkozen tot “schoonste auto van de Verenigde Staten” door het California Air Resources Board. Waarom? Omdat hij in 1976 in wereldpremière was uitgerust met een katalysator.
2. VW-motor
In 1979 kreeg de 240-reeks een dieselmotor. Volvo had geen zelfontbrander in huis en ging dus winkelen bij VW, waar het een 2.4-zescilinder van 84 pk inkocht. Die motor was een oude gekende uit de LT. Merkwaardig genoeg bleef het model met deze zespitter nog steeds een 240, hoewel die naam eigenlijk voor viercilinders was bedoeld.
3. Het grootste succes ooit voor het merk
2.685.171 exemplaren op 19 jaar tijd: dit is de best verkochte Volvo ooit. Hij was ook het model dat het merk zijn gouden reputatie gaf in de Verenigde Staten, waar de break werd gezien als de veiligste auto in zijn segment. Van de 260 met V6-motor zijn 177.402 stuks verkocht.
4. De Turbo, een baksteen met 180 pk
De krachtigste 240 was de Turbo, met een tot 155 pk opgevoerde 2,1-liter. De berline was als eerste aan de beurt, voor de break. Maar voor echte kicks kon je een intercooler bestellen, die het vermogen tot 180 pk opvoerde.
5. Een relikwie tot 1984
Op veiligheidsvlak is Volvo altijd al een voortrekker geweest, maar op andere fronten liep het merk soms sterk achter. We denken dan aan de versnellingsbak, die vier versnellingen en een overdrive telde. Die laatste voegde aan de hoogste versnellingen een verlenging toe via een elektrische schakelaar. Dergelijke systemen waren in de jaren ‘60 sterk in de mode in Britse sportwagens, maar in de jaren ’80 waren ze totaal voorbijgestreefd. In 1985 ruilde Volvo dit relikwie daarom in voor een vijfversnellingsbak.