Bugatti EB110 SS
De EB110 was door het merk lang in het verdomhoekje geduwd, maar kende eindelijk een soort erkenning. Dit technologische juweeltje had dan ook een technische fiche die oneindig veel meer sexy was dan zijn design: een 3.5-V12, 4 turbo’s, vierwielaandrijving, manuele zesbak, 611 pk, 355 km/u en… 3,5 seconden om van 0 naar 100 km/u op te trekken. Er werden er slechts een dikke dertig van gemaakt.
McLaren F1
De supercar onder de supercars. Een tegelijk geraffineerd en gruwelijk intimiderend monster met een racepalmares dat alles zegt over zijn capaciteiten. Gordon Murray was het brein, BMW leverde de V12 en hij was gemaakt in koolstofvezel en zelfs goud voor een optimale warmtehuishouding. De 625 pk sterke V12 beloofde een topsnelheid van liefst 391 km/u en een sprint van 0 naar 100 km/u in 3,4 seconden.
Ferrari F50
Het is lastig om een legende te moeten opvolgen, zelfs als je een steigerend paardje op de neus mag dragen. De F50 slaagde er nooit in om de F40 te doen vergeten, maar zijn uit de F1 geleende V12 en zijn targadak maken dat je hem veel vergeeft… Zijn 520 pk bij 8.200 o/m stuwen hem naar 100 km/u in 3,8 seconden en hij haalt een topsnelheid van 320 km/u.
Jaguar XJ220
Oorspronkelijk moest hij vierwielaandrijving en een V12-motor krijgen, maar toen snoeide Jaguar in het budget en bleef een biturbo-V6 over die enkel de achterwielen aandreef. Toch moest hij zich tegenover de chronometer niet schamen: de 549 pk van zijn lyrische zescilinder beloofden een top van meer dan 340 km/u en hij knalde van 0 naar 100 in 3,4 seconden.
Lamborghini Diablo