Het auto- en motosalon is het feest van de mobiliteit. Over dat onderwerp zijn er heel wat zorgen. Je kent ongetwijfeld Tokio, een charmant stadje met 19 miljoen inwoners in het centrum. Stel je even voor hoe rampzalig het zou zijn als die zich allemaal zouden verplaatsen met de wagen. Gelukkig kunnen de inwoners van Tokio rekenen op een feilloos netwerk van openbaar vervoer. Dichter bij huis onderscheidt ook Londen zich door zijn metronetwerk. Maar in Brussel loopt het vast.

Efficiëntie

We mogen dan wel aanhangers zijn van de auto, we kunnen niet ontkennen dat de heilige auto steeds minder zijn plaats heeft in de stad. Proberen maar eens door Brussel te rijden tussen 8 en 10 uur ’s ochtends. De oplossing spreekt voor zich: een efficiënter netwerk van openbaar vervoer dat de auto op natuurlijke wijze vervangt.

Precies daar knelt het schoentje. Een metro die niet overal rijdt, een onlogische dienstregeling en de afschrikwekkende prijzen helpen niet bepaald om het openbaar vervoer op te waarderen. De efficiëntie, de stiptheid en de financiële toegankelijkheid zijn de grootste tekortkomingen van het systeem. De dapperen onder ons zullen ons wijzen op de tweewielers, maar niet iedereen is klaar om die stap te zetten en bij slecht weer is dit zeker niet de meest comfortabele oplossing.

Klaar voor verandering?

Bij gebrek aan lijsters eet men merels, luidt het Franse gezegde. Veel pendelaars die de inefficiëntie van de trein/tram/bus moe zijn, kunnen niet anders dan de auto te nemen, ondanks de hitparade van de files. Een kwestie van comfort? Niet alleen, want ook de betrouwbaarheid telt. De auto verbieden in de stad? Een utopie bij huidige stand van zaken.

En de passie?

Gevolg: Brussel draagt de weinig glorieuze titel van filehoofdstad van Europa. Dus, beste politici, geef ons zin om de auto in de garage of op een parking achter te laten, door echte oplossingen aan te reiken. Je zult het zien, autorijden zal dan opnieuw worden wat het intrinsiek altijd al geweest is: een plezier voor de zintuigen.