Dat is de grote vraag… In de jaren vijftig waagden enkele creatieve geesten zich aan een voorspelling voor de auto van het jaar 2000. Ze stelden hem voor zonder wielen, in staat om te vliegen dankzij mysterieuze ‘turboreactoren’ en rijdend over de openbare weg op een soort luchtkussen. We moeten toegeven dat dit ver van de realiteit staat. Vandaag staat de auto op een scharnierpunt in zijn geschiedenis: zijn toekomst lijkt ver verwijderd van de vroegere fantasiewereld.

Design

Laten we even terugkijken in het verleden. In de jaren zestig werden ronde, hoekige, originele en lompe vormen gecombineerd op een vrij harmonieuze manier. De ontwerpers kregen carte blanche en waren vrij om de auto uit hun gekste fantasieën te tekenen. Kijk maar eens naar de Lamborghini Miura of de barokke Daimler SP250 als je nog niet overtuigd bent.

Vandaag lijken de vormen van auto’s steeds meer op elkaar. Door een gebrek aan ideeën bij de designers? Verre van, simpelweg omdat hun meest originele projecten de das worden omgedaan door de veiligheids- en stroomlijnvereisten. Het bestek is bijna hetzelfde voor iedereen (optimale veiligheid en een verfijnde stroomlijn) en de oplossingen leunen dus steeds dichter bij elkaar aan. Plaats bijvoorbeeld de Honda Insight en de Toyota Prius zij aan zij.

Het is niet aan mij om deze stand van zaken te bekritiseren, de vooruitgang inzake veiligheid lijkt me belangrijker dan esthetische individualiteit. Maar elk merk verliest een beetje van zijn geest. En in de toekomst rijden we misschien wel in eivormige vierwielers waarvan het radiatorrooster het enige onderscheidende element is. Hoe het ook zij, de elektrische auto laat een radicaal andere architectuur toe, want hij heeft geen klassieke versnellingsbak, transmissietunnel of plaats rovende motoren. Wait and see…

Mechaniek

Zelfde oorzaak, zelfde gevolg. Om de strikte Europese uitstootnormen te halen, draait alles rond het energierendement, een lage CO2-uitstoot en voldoende prestaties. Een grote uitdaging voor de ingenieurs die allemaal met dezelfde technische oplossingen komen. Het gevolg is technologie die bij de meeste constructeurs bijna identiek is. Veel motoren onder de kap van verschillende auto’s zijn zelfs helemaal hetzelfde. Een typisch voorbeeld is de 1.6 HDI, ontwikkeld door PSA, die je terugvindt bij Citroën en Peugeot, maar ook bij Mini, Volvo, Ford en Mazda.

Door de komst van elektromotoren en aandrijfgroepen op waterstof zullen de overeenkomsten nog frappanter worden. Gedaan met de lyrische motorgeluiden en hoge toerentallen, het is tijd voor zachte en stille functionaliteit met een perfect beschaafde motor.