Nog nooit dekte de “Mini”-vlag zo weinig de lading als nu: met een lengte van 4,3 meter, een breedte van 1,82 meter en een hoogte van 1,56 meter staat de Countryman imposant op de weg. Vergeleken met het vorige model is hij zelfs 20 centimeter langer. Het nieuwe formaat vertaalt zich in een stijl die nog maar weinig overeenkomsten heeft met de klassieke Mini. Maar die laatste schuiven we even opzij ten voordele van de nieuwkomer…

Volledige familie

Vandaag is bijna het volledige Mini-gamma vernieuwd. De Countryman neemt dus het recept over van de andere modellen in het gamma, met een nieuw platform, nieuwe motoren en heel wat geüpdatete uitrusting. BMW was uiteraard de leverancier van dienst voor de technische onderdelen. Er zijn dus heel wat gelijkenissen tussen deze Countryman en de BMW X1.

Elektrische kofferklep

Goed nieuws: de Countryman maakt je het leven makkelijker met een elektrische kofferklep die je zelfs kan openen met een voetzwaai onder de bumper. Het volume is ruim: van 450 tot 1.390 liter. Nog nooit bood een Mini zoveel ruimte. Bovendien is ze moduleerbaar: verschuifbare en 1/3-2/3 neerklapbare achterbank, een vlakke laadvloer en een dubbele kofferbodem. Als optie kan je zelfs een picknickbank bestellen: een flexibele steun die uit de koffer komt en plaats biedt voor twee.

Ruim en verzorgd interieur

Je zit goed aan boord van een Mini. De immense middenconsole op het dashboard bevat het multimediascherm, dat voortaan een touchscreen heeft, en een wifi-hotspot en connecteddiensten kan bevatten. Een massief maar kleurrijk geheel, want Mini bespaarde niet op directe en indirecte verlichting, waarvan je de kleur kan aanpassen naargelang je humeur. Het geheel ziet er verzorgd en relatief goed afgewerkt uit.

En de plaats? Ook die is niet mis. Dankzij de grotere afmetingen kunnen er voortaan vier stevig gebouwde volwassenen comfortabel zitten. De ruimte achteraan is genereus, en omdat de achterbank in twee delen verschuifbaar is, biedt ze plaats aan iedereen.

En de uitrusting?

De standaarduitrusting blijft relatief zuinig, maar optioneel kan je de Mini bijzonder genereus uitrusten. Een head-updisplay, Harman Kardon-stereo, adaptieve snelheidsregelaar,… Allemaal zaken die je achter het stuur en met de hoge rijpositie het gevoel geven met een heel andere auto onderweg te zijn dan met een Mini.

Onder de kap

De motoren van de Countryman kennen we uit de rest van het Mini-gamma. Benzineversies zijn er als Cooper, met 1,5 driecilinder van 136 pk, en Cooper S, met tweeliter viercilinder van 192 pk (163 pk op aanvraag). Diesels zijn er als Cooper D, met tweeliter viercilinder van 150 pk (136 pk op aanvraag), en als Cooper SD, met 190 pk (163 pk op aanvraag). ALL4-vierwielaandrijving is beschikbaar op alle versies.

Er staat ook een plug-inhybride op het menu, met een gecombineerd vermogen van 224 pk. Het model koppelt een 1.5 driecilinder turbobenzine van 136 pk aan een elektromotor van 88 pk. Mini geeft een gemiddeld verbruik op van 2,1 l/100 km en een CO2-uitstoot van 49 g/km.

Onderweg

Hoe deze Countryman rijdt? Bijzonder goed. Tijdens de presentatie konden we de Cooper S-versie testen. Die was gekoppeld aan een automaat en ALL4-vierwielaandrijving, en kwam zo levendig uit de hoek. Het blok is soepel in lage toeren, en schiet stevig vooruit tot 5.500 tpm, waarna de paarden minder snel galopperen. Mini geeft 7,2 seconden op voor 0-100 km/u en een topsnelheid van 222 km/u.

Wellicht in een nostalgische bui naar de klank van zijn voorganger werkte Mini aan de motorklank om er ronkende klanken uit te laten komen bij het accelereren en bij het vertrekken. Leuk voor even, maar al snel vermoeiend, zeker omdat het geluid niet echt natuurlijk klinkt…

Gezond weggedrag

In de comfortabel zittende en goed steunende zetels hielden we er een relatief dynamisch tempo op na in het Engelse hinterland. De Countryman wist ons te charmeren met zijn gezonde reacties, voorbeeldige grip (dankzij de ALL4-vierwielaandrijving) en de precisie van zijn vooras. De demping was op de Britse wegen misschien iets te stevig. Dat hopen we nog eens te checken op ons wegdek.

Prijs

Bij Mini is het nooit uitverkoop. De Countryman begint vanaf € 25.800 in zijn Cooper-versie met benzine-driecilinder van 136 pk. De Cooper D kost op zijn beurt € 27.700 en onze Cooper S ALL4 € 32.250. De Cooper S E ALL4 (hybride) en John Cooper Works ALL4 (231 pk) kosten respectievelijk € 36.000 en € 38.700. Bij die prijzen moet je uiteraard nog technologie-, comfort- en personalisatieopties toevoegen die het prijskaartje verder opdrijven.

Besluit

De Countryman is groter en steviger dan ooit en zal puristen wellicht tegen de borst stoten, die zich afvragen waarom hij nog een Mini-logo draagt. Maar één ding is zeker: de Countryman overtuigt vandaag meer dan ooit. Hij is ruim, net als zijn koffer, en up-to-date. Hij behoudt bovendien het typische Mini-rijplezier. Alleen de optielijst doet het prijskaartje flink de hoogte in gaan.