Compromis

ST betekent niet hetzelfde als RS. De filosofie van de ST is niet om een explosieve tijd neer te zetten op de Nordschleife van de Nürburgring, maar om extra kleur en dynamiek te geven in het dagelijks gebruik van de bestuurder, zonder het comfort te schaden. Zo verstevigt Ford de ophanging en voert het de motor op, maar blijft de homogeniteit van het basismodel bewaard. De Focus ST positioneert zich dus als rivaal van de VW Golf GTI en niet van de Renault Mégane RS.

Eén model voor de hele wereld

Overal ter wereld houdt men van sportiviteit. Conform zijn nieuwe strategie, heeft Ford dan ook besloten om dezelfde Focus ST te verkopen in Europa en de Verenigde Staten. De afstelling van de ophanging wordt aangepast aan de markt, maar dat is alles. Volgens Ford heeft een sportieve bestuurder overal dezelfde verwachtingen, waar hij ook woont. We zullen het maar meteen zeggen: de ST werd door deze politiek zeker niet verzwakt. Uniek in dit segment is dat hij ook beschikbaar is als Clipper (break).

Prikt in de ogen

Je houdt van de stijl van de nieuwe Focus of je houdt er niet van, maar deze ST-variant blijkt zeer flamboyant in zijn kleurkeuze. Het kleurenpalet springt in het oog: vrolijk, levendig en lenteachtig. De ST heeft ook een gespierde look, getuige de herwerkte bumpers, de spectaculaire centrale uitlaat en de hevig bijgewerkte zijschorten.

Spektakel binnenin

Zelfde verhaal in het interieur: de brave standaard-Focus meet zich een sportief pak aan, ruilt zijn zachte zetels voor Recaro’s met veel kleuren en perfecte steun. De dakhemel is nu zwart. En dan is er nog de hele reeks metertjes op de boordplank die de bestuurder informeren over de olietemperatuur, de oliedruk en de turbodruk.

Het is perfect: de rijpositie is uitstekend, de zetels steunen heerlijk en het interieur wordt veel vrolijker. Wel moet je gewoon worden aan de bediening van het infotainmentsysteem en de weinig intuïtieve console. Het is moeilijk om de schaal van het navigatiesysteem in te stellen of je iPod meteen te verbinden.

Eén cilinder minder

De liefhebbers zullen ongetwijfeld een traantje wegpinken. De charismatische vijfcilinder van de vorige Focus ST wordt in de prullenmand gegooid. Weg dus de zware en aangrijpende staccato. Ford verkoos een tweeliter viercilinder turbo die 20 procent zuiniger is en tegelijk 10 procent meer vermogen levert: 250 pk bij 5.500 tr/min en vooral een koppel van 360 Nm tussen 2.000 en 4.500 tr/min. De motor wordt gekoppeld aan een manuele zesversnellingsbak. Als cijfers kondigt Ford 248 km/u, 6,5 seconden van 0 tot 100 km/u en een verbruik van 7,2 l/100 km met 169 g CO2/km aan.

Om de nostalgische muziekliefhebbers tevreden te stellen, boog Ford zich over het geluid van de motor. Het ontwikkelde een Sound Symposer die uitlaatgeluiden doorgeeft in het interieur als je het gaspedaal induwt. Het geluid van de viercilinder is catchy en stimulerend. Kunstmatig ook (het klinkt niet als een vijfcilinder), maar het blijft sympathiek.

Verandering

Laten we meteen met de deur in huis vallen: de filosofie van de Focus ST is veranderd. De vorige generatie viel vooral op door zijn motor, een voor deze categorie atypische vijfcilinder met een klank die je kippenvel geeft. Het onderstel volgde moeiteloos maar de zware motor drukte op de voortrein.   

En nu?

In de nieuwe ST ligt de nadruk op het onderstel: de voortrein (met een systeem dat de koppeleffecten in het stuurwiel compenseert) is lichter door de kleinere motor en de Focus dartelt van de ene bocht naar de andere met ontwapenend gemak en de snedigheid van een sportwagen. Hij is stabiel in rechte lijn en wendbaar in bochten en brengt bovendien 250 paarden op het asfalt. Zonder de bestuurder door elkaar te schudden bovendien.

Het onderstel reageert vingervlug, de voortrein snijdt de bocht aan en de achtertrein twijfelt niet om door de bocht te slingeren als je je voet van het gaspedaal licht. Het is leuk en reactief, maar niet gevaarlijk want hij reageert altijd geleidelijk. De breakversie heeft een rustiger temperament. Kers op de taart: het comfort blijft bewaard. Dat willen we graag checken bij een grondigere test op onze Belgische wegen. Het enige verwijt: met de 18-duimsvelgen draait deze auto als een tanker.

We stippen ook het aangepaste ESP aan, dat de keuze laat tussen een normale modus (al heel tolerant), een sportmodus (waarmee je tot 45° kunt driften) en een OFF-modus die niet opnieuw ingeschakeld wordt bij de minste rempartij.

En de motor?

Het ontbreekt de motor niet aan kracht en hij twijfelt niet om vanaf de laagste toeren te duwen. Het is nochtans geeft competitieblok: hij bereikt snel zijn limieten voorbij 5.500 tr/min. De rode zone vanaf 6.500 tr/min suggereert een heftig temperament maar in de praktijk is daar niets van aan. Soepel, vlot en een beetje ruw: de perfecte bondgenoot voor het chassis, al heeft hij logischerwijze niet hetzelfde charisma als de vorige vijfcilinder. De versnellingsbak verdient alleen lof: stevige vergrendelingen, precies zoals het hoort.

Prijzen

Ford biedt drie afwerkingsniveaus aan (ST1, ST2 en ST3) met prijzen die beginnen bij 28.900 euro voor de berline (1.000 euro meer voor de Clipper) en klimmen tot 31.900 euro.