Delahaye had een stevige reputatie gebouwd in het domein van de vrachtwagens en brandweerwagens, maar de 135 heeft het merk waarschijnlijk naar zijn hoogste niveau getild. Deze in 1935 gelanceerde prestigieuze GT blonk zowel uit op de weg als op het circuit en won in 1938 zelfs de 24 Uur van Le Mans. Een jaar later brak de oorlog uit en werd niets meer zoals tevoren.
Recyclage van duivelse monsters
In 1945 ontwaakte Frankrijk met een kater. De overheid besliste om de mobiliteit van de Fransen weer op te starten met forse investeringen in populaire modellen. De meest prestigieuze merken werden vergeten en moesten om te overleven vooroorlogse modellen in leven houden. Talbot, Bugatti en Delahaye probeerde nog te overtuigen door hun oude GT’s een opfrisbeurt te geven. Zo werd de Delahaye 135 een 235 en kreeg hij een sterkere motor, een herwerkte ophanging en een hertekend en verlaagd koetswerk.
Ouderwets van bij zijn geboorte
Toen de Delahaye 235 in 1951 op de markt kwam, leek hij compleet voorbijgestreefd op technisch vlak, zeker in vergelijking met de gloednieuwe Aston Martin DB2 en vooral de Jaguar XK120, die de sterren van dat moment wisten te verleiden. De 235 oogde wat plomp en zondigde door een sterk verouderde mechaniek: zijn 3.5-zescilinder met stoterstangen van zo’n 20 jaar oud werd opgevoerd tot 152 pk, het koetswerk rustte op een structuur in… hout en de remmen werden nog met kabels bediend. Met zijn 1,7 ton kon de 235 het monsterlijke tempo van de jonge Britten niet volgen. De naam had nog een weerklank, maar het model kon niet meer verleiden en in 1954 sloot Delahaye de deuren van de fabriek voor de laatste keer…
5 dingen die je moet weten:
- We spreken van een productie van iets meer dan 80 exemplaren, waarvan de helft met een koetswerk van Chapron.
- Onderdelen vinden is een echte uitdaging.
- De elektromechanisch bediende Cotal-versnellingsbak is aangenaam in het gebruik maar kost een fortuin om te restaureren.
- De kabelbediende remmen moeten regelmatig opnieuw worden afgesteld.
- Reken op minstens 100.000 euro, wat veel is in absolute zin, maar weinig gezien de exclusiviteit.