De Land Rover Discovery Sport is op de markt sinds begin 2015 en is duidelijk de bestseller van het gamma: op 5 jaar tijd zijn er zo’n 475.000 exemplaren van verkocht. Als minst dure model van Land Rover weet hij duidelijk aan te spreken. Vandaag is hij halverwege zijn carrière en dat verdient een facelift.
Leds alom
Zoals vandaag gebruikelijk is bij een facelift, ruilt de Discovery Sport zijn halogeen- en xenonlampen in voor een full-ledverlichting. Die laat veel meer vrijheid voor het design van de lichtblokken, waardoor het merk daar zowel voor- als achteraan een nieuwe designhandtekening en ‘vegende’ richtingaanwijzers kon invoeren. Verder zijn de zijschorten verbreed en is de Discovery Sport nu ook verkrijgbaar in een sportief uitrustingsniveau R Dynamic. In het interieur is het multimediasysteem ingeruild voor een veel modernere terminal met een aanraakscherm van 10,25 duim en als optie een ingebouwde SIM-kaart. Zo biedt de Disco Sport voortaan alle connectiviteit die een moderne autokoper van een premiumproduct verwacht. Het instrumentenbord kan als optie worden vervangen door een configureerbaar digitaal scherm. Van zijn kleine broer Evoque neemt de Discovery Sport de op het dak geplaatste tweede achteruitrijcamera over die zijn beelden weergeeft in de binnenspiegel (praktisch bij een tot het dak volgeladen koffer) en het Clearsight, dat met camera’s onder de motorkap laat zien wat zich tussen de voorwielen bevindt. En uiteraard is deze ‘kleine’ Discovery nog steeds als optie verkrijgbaar met zeven zitplaatsen.
Nieuw platform?
Land Rover beweert bij hoog en bij laag dat de Disovery Sport op een nieuw platform staat: het PTA2, dat is ingewijd door de Evoque. Aangezien het model uiterlijk slechts subtiel verandert, laat dat vermoeden dat dit platform in feite gewoon een doorontwikkeling is van de bestaande structuur. Toch zijn de evoluties niet te onderschatten: de stijfheid van het geheel is met 10 procent toegenomen – iets wat de mensen van Land Rover graag demonstreren door in een extreme offroadpositie (één wiel in de lucht) een deur te openen en te sluiten, wat enkel mogelijk is omdat het koetswerk niet vervormt ondanks de grote torsiekracht die erop wordt uitgeoefend. Bovendien is deze nieuwe/herwerkte structuur nu aangepast aan de integratie van eventuele batterijen en is desondanks de brandstoftank 10 liter groter geworden.
In die tank kan diesel als je een van de drie beschikbare 2.0-zelfontbranders bestelt (150, 180 of 240 pk, met voorwielaandrijving en een handbak op de D150 en een automaat en vierwielaandrijving op de andere twee) of benzine voor de P200 en P250 (met respectievelijk 200 en 250 pk, allebei standaard automatisch en vierwielaangedreven). Alle motorversies zijn standaard uitgerust met een mild hybride systeem (MHEV) van 48V, dat remenergie recupereert en hergebruikt om de motor bij grotere belasting te ondersteunen. Later (“vrij snel” is de meest precieze datum die we loskregen) volgt een plug-in hybride versie, die een 1.5-benzinedriecilinder combineert met een krachtige elektromotor en een aan de stekker herlaadbare batterij.
Meer comfort dan ‘Sport’
Wat onmiddellijk opvalt bij het instappen, is dat in het interieur mooiere materialen zijn gebruikt dan bij de lancering van het model. De rugleuning van de stoelen voelt wat hol aan, maar verder bieden ze voldoende ondersteuning. We krijgen de krachtigste benzinevariant onder onze bips, die heel stil en trillingsarm werkt. Hij weet de Discovery Sport vlot aan te drijven, maar een bom wordt hij daarmee niet: dit blijft een zware knaap van om en bij de twee ton. Onze testwagen staat op de optionele adaptieve schokdempers die een prettige filtering bieden. In bochten gaat deze Land Rover wel nog ouderwets overhangen en het stuurgevoel in rechte lijn is niet bepaald om over naar huis te schrijven, maar wie de ‘Sport’ in zijn naam negeert en gewoon ontspannen rijdt, vindt hier een prettige reisgezel voor lange trips. Daarna mogen we de topdiesel D240 aan de tand voelen met passieve schokdempers en een R Dynamic-kit. Die bleek in vergelijking stugger (maar nooit oncomfortabel) zonder veel extra precisie te brengen. De Ingenium-dieselmotor kreeg aanvankelijk nog veel kritiek om zijn luidruchtige werking, maar dat lijkt Land Rover nu onder controle te hebben. Wel opvallend: na een hele dag rijden aan een stevig tempo in combinatie met heel uitdagend terreinwerk bleken onze twee testauto’s exact even veel verbruikt te hebben: 11,7 l/100 km. Staar je daar niet op blind: in ons platte landje zal dat cijfer veel lager uitvallen. Maar dat de diesel niet zuiniger is dan de benzine, verrast toch.
Ons verdict
De opgefriste Discovery Sport ondergaat niet alleen de gebruikelijke esthetische retouches en aanpassingen op het vlak van connectiviteit. De kwaliteitsindruk van het interieur is sterk verbeterd, de auto is stiller geworden en de structuur is helemaal klaar voor elektrificatie. Hoewel alle motoren vandaag milde hybrides zijn, blijft de CO2-uitstoot echter wel hoog (140 tot meer dan 180 g/km). Hopelijk kan de toekomstige plug-in hybride variant daar iets aan veranderen zonder veel duurder uit te vallen…