Gisteren hadden we het nog over de eerste elektrische Mini Cabrio. De 999 stuks daarvan zullen nog in Nederland gebouwd worden, waar VDL Nedcar instaat voor de productie van de huidige Mini-generatie. Maar die loopt op zijn einde, en Mini-eigenaar BMW voorziet geen verdere samenwerking. Maar er is een nieuw contract in het vooruitzicht voor de onafhankelijke autofabriek net over de grens in het Nederlands-Limburgse Born. Het bedrijf heeft immers een overeenkomst gesloten met het Duitse Electric Brands om de XBus en de Evetta te gaan bouwen.
Een eerste stap
Sinds 2014 bouwden de zowat 4.000 werknemers bij VDL Nedcar meer dan een miljoen auto’s, zoals de BMW X1 en de Mini Countryman en de driedeurs mini en Cabrio. Maar BMW besliste om zijn auto’s weer zelf te gaan bouwen en sindsdien was het Nederlandse bedrijf op zoek naar andere opdrachtgevers. Canoo en Rivian bleken een dood spoor, maar met Electric Brands heeft VDL Nedcar toch weer enige houvast. De Evetta (een moderne versie van de BMW Isetta, net als de Microlino) moet vanaf 2024 van de band rollen, de Xbus (waarvan ook een camperversie komt) een jaar later.
Electric Brands heeft een orderbank van 1.000 exemplaren voor de Evetta en 16.000 voor de XBus. Enkel die modellen betekenen dus niet genoeg volume om de fabriek draaiende te houden op de manier waarop dat nu gebeurt. Maar VDL Nedcar ziet een groot potentieel in lichte voertuigen uit de L7e-klasse (zoals de twee kleine Duitsers) in het toekomstige mobiliteitsvraagstuk. Het start dan ook een ‘Mobility Innovation Centre’ om zelf duurzame mobiliteitsoplossingen te onderzoeken en hoopt ook andere bedrijven aan te trekken die gelijkaardige voertuigen willen laten bouwen. En dat zou wel eens een goede zet kunnen zijn, want ‘microcars’ zijn helemaal terug en zouden voor een aantal mensen een alternatief kunnen bieden voor steeds duurder wordende ‘echte’ auto’s.
