In de jaren zeventig sloeg de automaat niet aan. Dat lag echter aan de oude technologie die het raffinement van de hedendaagse systemen niet kon bieden. Of wat dacht je van een minder krachtige motor, slechts twee versnellingen en een koppelomvormer. Kiezen voor de ‘Hondamatic’ was een dappere keuze. Bovenden was het de tijd van het ‘Joe Bar Team’ en motards waren jong, gepassioneerd en kozen voor plezier. Mobiliteit was geen issue. Maar andere tijden, andere zeden. De motard is ondertussen wat ouder, wil wat meer comfort en foetert op het hedendaagse verkeer.
De ombouw
Terwijl de DN-01 beroep deed op een hydromechanische automaat met hydraulische koppeling neemt de VFR-A de zesbak van de VFR voorzien van een dubbele koppeling. De techniek lijkt sterk op wat we momenteel ook in de automobielwereld zien. De geboetseerde lijn van de VFR is mooier dan ooit terwijl de afwerking erg verzorgd is. Vooral in Candy Red is hij om van te snoepen. Aan het stuur valt het wat banaal ogende instrumentenbord op. Buiten de ingeschakelde automatische mode verschilt het instrumentenbord in niets van dat van de gewone VFR.
Maar het vreemdst is toch de afwezigheid van de schakel- en de koppelingshendel. Als ervaren motard ben je dan even de kluts kwijt
Modus
Om in alle omstandigheden aan de eisen van de bestuurder te kunnen beantwoorden werden twee verschillende modi voorzien. Eerst is er de volledig automatische modus met twee ondermodi. ‘D’ staat voor een ontspannen rijden terwijl ‘S’ staat voor sportiever toeren. In de automatische modus worden de overgangen gestuurd door een microprocessor met ‘intelligent’ beheer die permanent het rijgedrag en de machine analyseert. Met de rechterhand selecteert de bestuurder de ‘D’-modus. Hiermee bespaart hij brandstof terwijl hij met de ‘S’modus voor betere prestaties kiest. In beide gevallen kiest de microprocessor wanneer de versnellingen veranderd worden. De bestuurder hoeft zich van het hele verloop niets aan te trekken.
Af
In manuele modus verandert de bestuurder van versnelling met een trekschakelaar aan de linkerzijde van het stuur. Met de wijsvinger schakelt hij omhoog en met de duim weer lager. Klaar om op weg te gaan. Met de rechterduim schakelen we de ‘D’-modus in en met een streepje gas rijdt de VFR zachtjes weg. Enkel aan een lichte ‘klonk’ merk je dat je van versnelling verandert. Vooral in de tweede versnelling is dat duidelijk merkbaar. Met wat meer gas trekt de motor door tot 6.500 tr/min waarna hij zacht en snel de volgende versnelling inlegt.
In de sport-modus gaat het er heel wat dynamischer aan toe en de motor trekt door tot aan de onderbreker terwijl terugschakelen en hernemingen heel wat energieker verlopen.
Keerzijde van de medaille is dat zelfs aan 120 à 130 km/u op de autosnelweg de zesde versnelling niet ingelegd wordt. In sommige omstandigheden zit het beheer aan zijn limieten. Maar het stoort haast nooit en zorgt voor een onderkoelde en ontspannen rijstijl.
De toekomst?
Maar het meeste plezier zal een motard toch hebben in manuele modus. Die is werkelijk geslaagd en laat bijvoorbeeld toe om met het gas wijd open door de gangen te klimmen. Een snelle beweging van de wijsvinger is genoeg en op geen enkel moment is er vermogensverlies. Indrukwekkend! En al dat moois voor slechts 10 kg meer en 1.300 euro extra op de basisprijs van 16.920 euro.
De VFR A erft de kwaliteiten en de uitrusting van de VFR zoals de gecombineerde remmen met ABS. En natuurlijk de uitstekende stabiliteit en het opmerkelijke rijgedrag. Er staat hem een mooie toekomst te wachten.