François Piette

4 JAN 2008

Die andere Koreaan

Hoewel hij de volle broer van de Kia Cee’d is, tracht de Hyundai i30 zich te onderscheiden door een andere stijl en een verschillende politiek wat uitrusting betreft. Zo biedt Hyundai een garantie van drie jaar terwijl de Cee’d met zeven jaar de aandacht naar zich toe trekt. En toch heeft de i30 nog een heel aantal goede troeven…

Motor

Voor deze test kozen wij de motor die waarschijnlijk het gros van de verkoop zal uitmaken. De 1.6 CRDi levert 90 pk (ook verkrijgbaar in 115 pk versie) en ziet bij 2000 omw het koppel met 235 Nm toppen. Volgens de constructeur zou zo de i30 172 kmh snel worden.

De motor is aangenaam in gebruik en vervult zijn taak perfect. Hij is soepel en reageert vlot op elke verandering van het gaspedaal. Dat hij daarbij steeds erg stil blijft is mooi meegenomen. De prestaties zijn natuurlijk niet om van achterover te vallen, maar de i30 slaagt er zonder problemen in om met de verkeersstroom mee te drijven.

Aan deze motor kan enkel een mechanische 5-bak gekoppeld worden, terwijl de 115 pk ook nog over een automatische 4-bak kan beschikken. De verscheidene gangen zijn goed verdeeld en de bediening is vlot met een stevig mechanisch gevoel. Wat het verbruik betreft stelt de 1.6 CRDi wat teleur. Ons gemiddelde van 6,8 per 100 is voor een diesel van deze klasse toch wat te hoog. Maar dat gemiddelde zal zeker dalen als de chauffeur zoveel mogelijk het stadsverkeer mijdt.

 
Wegligging

De i30 werd met de Europese markt in het achterhoofd ontworpen en het is logisch dat hij ook dezelfde dynamische kwaliteiten als de Cee’d heeft. De wat stugge ophanging zorgt ervoor dat een bochtig parkoers met gemak verslonden wordt. Doordat de auto nooit onverwacht reageert mag je het weggedrag voor iedereen als veilig en gezond beschouwen. Enkel de stuurinrichting verbrodt enigszins het mooie plaatje, doordat ze niet zo precies en aangenaam is als die van de hedendaagse concurrentie.

 
Comfort

De Europese afstelling zorgt ervoor dat de auto een gezonde wegligging heeft. Maar de andere zijde is wel dat de i30 daardoor wat rijcomfort moet inleveren. En ook de te harde zetels zorgen voor geen soelaas. De stuurpositie is goed, maar lijdt toch onder een slecht opgestelde pedalenset.

Op andere comfortitems haalt de i30 dan weer wel zijn slag thuis. De binnenruimte is vrij groot en bovendien goed afgewerkt, terwijl de koffer met 340 tot 1250 liter voldoende bagage kan slikken. Het instrumentenbord ziet er vooral ’s nachts leuk uit, wanneer het geheel met een blauwe schijn wordt bedekt.

Prijzen en uitrusting

De Comfortversie start op 16.499 € en beschikt al over ESP, laterale- en gordijn-airbags en een radio-cd. Nog twee andere, rijkelijk uitgeruste versies zijn verkrijgbaar. De Lounge komt op 18.499 €, terwijl de Style voor 20.499 € van eigenaar verandert. Zoals je ziet komen de prijzen stilaan in de buurt van de Europese concurrentie. Hiervoor zijn er verscheidene redenen. De afwerkingskwaliteit ging gevoelig vooruit terwijl de serie-uitrusting erg compleet blijft met daarin zelfs de stabiliteitscontrole begrepen. Ter vergelijking kunnen we nog zeggen dat de Kia Cee’d met dezelfde motor in LX-versie 16.890 € kost. Die is dan met een volledige batterij airbags uitgerust, maar houdt wel de airco als optie, terwijl voor 18.890 € de EX van jou is.

 
Besluit

Door zijn beperkter garantieprogramma start de i30 met een achterstand tegenover zijn broer, de Cee’d. Maar zijn dynamische stijl en het stabiliteitssysteem spelen dan weer sterke troeven die in zijn voordeel werken. Deze Hyundai mag  best een kwaliteitsproduct genoemd worden. Hij is dynamisch, goed afgewerkt en levert behoorlijke prestaties, waardoor hij dicht in de buurt van zijn Europese rivalen komt…en dat voor een beperkter budget.

 

 

 
Advertentie
Advertentie
Advertentie