Luxe en decadentie

De XFR is een Engelse cottage met buskruit onder de motorkap. Een adellijke Lady die om 5 uur haar thee drinkt, maar ontvlamt op de dansvloer eens de nacht gevallen is. Kortom, een soort Jekyll en Hyde die me erg bevalt, zelfs al verkies ik oudere wagens zonder dak met een halve eeuw achter de kiezen.

Onze favoriete fotografe, die zich niet echt aangetrokken voelt tot oude mechaniek die ruikt naar olie en benzine, onthaalt onze nieuwe auto met een zeker enthousiasme. Kortom, voor een keer ziet alles er goed uit, want ook de zon schittert en het roadbook is veelbelovend.

Blauwe schicht

Naar Aiseau-Presles rijden, ons vertrekpunt, is een formaliteit. De XFR is een salon op wielen op de autosnelweg: snelheidsregelaar, geventileerde zetels, klimaatregeling, …   Onze metgezel zakt lekker lui weg. Tijd om daar verandering in te brengen: ik ontsteek de lont om enkele slakken op de weg in te halen. En boem! Een ingehouden maar krachtig gerommel brengt de genadeslag toe aan de verloren zielen op onze weg, de V8 met compressor duwt fel en de XFR schiet furieus in de richting van de horizon. Het landschap lijkt voorbij te vliegen …

Vertrekpunt

Aiseau-Presles is een charmant stadje, goed onderhouden en vol bloemen, middenin het groen. We nemen enkele foto’s als souvenir, programmeren de gps (wat een decadentie …) en vertrekken richting Mettet. De verleiding is groot om het woeste geschut onder motorkap te prikkelen, maar het weer nodigt eerder uit tot een gezellig tochtje door de kleurrijke heuvels vol paardenbloemen. De koeien luieren in de zon en de borrelende maag van onze fotografe roept om een aperitiefje.

Van Mettet naar Dinant

Van Graux naar Mettet kronkelt de weg vrolijk en leidt ons door enkele dorpjes met huizen gebouwd in Ardense steen en een rustige sfeer. De charme is er intact gebleven. Het is tijd om naar Maredsous en de vallei van de Molignée te trekken. Een prachtige weg, wellicht één van de mooiste van België, ligt als een lint tussen de rotsen, kastelen en waterlopen.

De pret wordt wel wat gedrukt door de caravans die even mobiel zijn als een Mexicaan tijdens de siësta, een hoop fietsers, motorrijders op zoek naar bochten en wandelaars die zich niet bewust zijn van het gevaar rond hen. Je weg vinden tussen deze hindernissen is niet altijd gemakkelijk en vergt een dosis voorzichtigheid. Er is dus geen sprake van om de 500 paarden los te laten. Je moet op het juiste moment passeren ...

Honger is de beste saus

Een konijntje met bier later zijn we alweer onderweg. Deze keer rijden we langs de Maas vanuit Anhée om af te dalen tot Givet, terwijl we langs Dinant passeren. Maar eerst moet miss XFR wat drinken. Haar dorst stijgt exponentieel met het enthousiasme van de rechtervoet. En enthousiast word je sowieso van de leuke en perfect getekende bochten. Met de sportmodus ingeschakeld, rijgt deze katachtige bocht na bocht aan elkaar met het gemak van een sportwagen: stevig, met een perfecte schokdemping en een precieze besturing. Deze Jag slikt de uitbarstingen van de motor met tact en sprekend gemak.  

De Maas en haar zachte reflecties …

Dit stuk weg langs de Maas is niet te missen, een echt pareltje waar je van verrassing in verrassing valt en het ene kasteel volgt op de andere villa in art-nouveaustijl. Een pittoreske streek. Minder leuk: heel voorzichtig haal ik enkele fietsers in die in het midden van de weg slenteren en ons een krachtige en wraakzuchtige “Ga dan, kl***” toeroepen, net voor het bordje “Welkom in Frankrijk”.     

Maar dat ontmoedigt ons niet, want in Givet ontdekken we het fort van Charlemont, met een uitzonderlijk zicht op de regio. We besluiten om nog een beetje verder te gaan en de weg (D8051) voort te zetten naar Fumay, waar we een buitengewoon middeleeuws dorp ontdekken waar alleen enkele parasols ons herinneren aan de huidige eeuw …