Eerst en vooral: de Belgische wetgeving verbiedt nergens dat een bedrijfswagen gebruikt zou worden om iemand te leren rijden. Maar voor je die ‘L’-sticker op de achterruit kleeft en je kind de autosleutels geeft, is het wel aangeraden een paar zaken te checken zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

Advertentie
Advertentie

Wat zegt de car policy?

Eerste zaak om na te kijken is de car policy van je bedrijf. Dat document heb je ondertekend op het moment dat je de bedrijfswagen in ontvangst nam, en daarin staan een heleboel regels over het gebruik ervan.

Meestal stellen bedrijven in hun car policy dat de bedrijfswagen enkel gebruikt mag worden door de werknemer in kwestie en diens gezinsleden die onder hetzelfde dak wonen. Maar soms gebeurt het dat enkel en alleen de werknemer zélf de auto mag besturen.

Soms worden ook leeftijdsgrenzen in de car policy opgenomen. Zo zagen we voorbeelden waar de auto enkel bestuurd mag worden door personen van minstens 21 of 25 jaar oud, of door chauffeurs die al minstens drie of vijf maanden over hun definitief rijbewijs beschikken.

En af en toe stellen werkgevers ook expliciet dat de bedrijfswagen niet mag worden ingezet om nieuwe bestuurders op te leiden.

Wat de regels in de car policy ook zijn, je kan je er maar beter aan houden. Dat niet doen, kan door de werkgever beschouwd worden als een ernstige beroepsfout en kan dus ook leiden tot ontslag.

Advertentie
Advertentie

Wees zeker van je… verzekering!

Ook als je car policy geen enkele beperking oplegt om je kinderen te leren rijden, kan je beter nog even je verzekeringspolis dubbelchecken. Daarin kan namelijk ook vermeld staan dat de bedrijfswagen niet mag ingezet worden om rijles te geven. En zelfs als dat niet zo expliciet verwoord wordt, kan de polis ook vermelden dat de verzekerde niet gedekt is als een leerling-bestuurder een ongeval veroorzaakt. In nog andere gevallen legt de verzekeraar – of de werkgever – een hogere vrijstelling op als de bestuurder die een ongeval veroorzaakt niet in het bezit is van een definitief rijbewijs. Vóór je het stuur van je bedrijfswagen doorgeeft aan je kinderen in rijopleiding, geldt dus één gouden raad: lees heel aandachtig de car policy en de verzekeringspolis door, óók de kleine lettertjes.

Is je auto wel geschikt voor rijles?

Niet alleen de toestemming van je verzekeraar of werkgever is van belang. Ook de auto zelf heeft een invloed. In de overgrote meerderheid van bedrijfswagens zit namelijk een automatische versnellingsbak. Leert je kind met zo’n overbrenging rijden, dan wordt dat ook vermeld op het latere rijbewijs (code 78) en mag hij of zij nooit een auto met manuele versnellingsbak besturen. Dat lijkt vandaag misschien een detail, maar als je kind later naar een eigen auto op zoek gaat, beperkt het de keuze natuurlijk gevoelig. Bovendien zal je kind dan nooit kunnen genieten van het plezier van een oldtimer (die bijna altijd manueel geschakeld rijden). Bezin ook even voor je begint als je bedrijfswagen een volledig elektrisch exemplaar is. Dat is namelijk niet de ideale lesauto, zeker niet als je kind later een auto met (al dan niet hybride) verbrandingsmotor overweegt. Elektrische auto’s leveren hun maximale koppel meteen bij elke acceleratie, wat voor onervaren bestuurders moeilijk te doseren kan zijn. En bovendien zijn moderne EV’s meestal uitgerust met alle mogelijke rijhulpsystemen (ADAS) die meteen bij elk foutje ingrijpen. In dat opzicht is leren rijden met een minder gesofisticeerde auto eigenlijk zinvoller, omdat de jonge bestuurder dan zélf leert hoe correct te reageren op bepaalde (gevaarlijke) situaties. Natuurlijk kan je veel van de rijhulpsystemen ook uitschakelen voor elke rijles.

Advertentie
Advertentie