Een laag gewicht is steeds het handelsmerk geweest van Lotus. Met de slogan “Weight is the enemy of performance” kreeg Chapman een uitstekende reputatie. Zijn modellen werden allemaal volgens hetzelfde recept gebouwd: een super onderstel, pluimgewicht, radicaal weggedrag en geen enkele comfortuitrusting. Lotus was puur en ongezoet.
Grotere markt
Met de Evora gaat Lotus een andere koers varen. De 2+2-coupé is sportief, maar ook comfortabel. Met een V6 onder de kap zet de Evora 1,4 ton op de weegschaal. De reden voor deze ommezwaai is snel gevonden. Lotus wil zijn marktaandeel vergroten en mikt op een nieuw publiek: vrouwen. Als we even terugblikken op de geschiedenis van Lotus, zien we dat een 2+2 hen niet helemaal vreemd is. Twintig procent van de totale productie van 1948 tot 1996 bestond uit 2+2-coupés. De Elan +2, de Elite, de Eclat en de Excel zijn namen die een belletje doen rinkelen.
Belgisch design
Lotus heeft deze keer niets aan het toeval overgelaten. Terwijl de vroegere 2+2’s telkens vertrokken van een bestaand model, werd de auto nu volledig nieuw ontworpen. Het koetswerk is erg geslaagd en heeft wat weg van de elektrische Tesla. Beide ondernemingen werken dan ook erg nauw samen. Maar het blijft een prestatie van Lotus om in een evenwichtig design van 4,34 meter lengte twee zitplaatsen voorin, twee plaatsjes achterin, een centraal geplaatste motor en een 160 liter grote koffer tevoorschijn te toveren. Al kan je daar maar met moeite een golftas in kwijt. De lijnen zijn vloeiend, slank en harmonieus. Belgisch bovendien, van de hand van Steve Crijns. Net voor de grote voorruit wordt de koellucht via twee openingen geëvacueerd. De lucht glijdt over het dak en zorgt met de geïntegreerde spoiler voor de nodige downforce.
Plaats voor twee
Het interieur is verrassend goed afgewerkt. Zelfs met een behoorlijke lichaamslengte vind je vlot een goede zitpositie. Vooral de uitgebreide verstelmogelijkheden van het stuur maken dat iedereen een uitstekende rijhouding kan vinden. De pedalen staan lichtjes naar rechts opgesteld en een kleine metaalstrip doet dienst als voetsteun. Achteraan zijn de zitjes zelfs voor kinderen quasi onbruikbaar. Je kunt er beter je reistas zetten als je er met z’n tweetjes op uit trekt.
Toyota-motor
Van bij de eerste toeren heeft de motor een sympathieke sound. De V6 van 3.500 cc komt uit de Toyota Camry, maar de Britse ingenieurs zorgden natuurlijk voor de nodige aanpassingen. Bij 6.400 toeren levert hij 280 pk, terwijl hij zijn maximaal koppel van 350 Nm ontwikkelt bij 4.700 omwentelingen per minuut. De manuele 6-bak komt uit de bedrijfsvoertuigenafdeling van Toyota, maar past perfect in de Evora. Je hebt de keuze tussen twee overbrengingen: de korte, die wij testten, en een lange. Er komt ook een automaat. Het chassis is samengesteld uit drie delen. Het voorste en centrale gedeelte is gemaakt van aluminium, terwijl het achterste deel van staal is, omwille van de motorhitte.
Verburgerlijkt
Je merkt meteen dat deze Lotus niets met de Elise-familie te maken heeft. De auto is relatief stil, comfortabel en vrij volledig uitgerust (gps, airco,…). De topsnelheid bedraagt 261 km/uur en hij legt de sprint van 0 tot 100 km/u af in 5,1 seconden. Met deze prestaties blijf je niet op je honger zitten. De motor is bovendien soepel en gewillig, maar toch laat hij nooit vermoeden welk potentieel hij werkelijk heeft. Lotus ontwikkelt een turboversie die heel wat brutaler zou zijn. De versnellingsbak viel tegen. Hij schakelt niet precies en ook de vergrendeling past niet helemaal bij een temperamentvolle auto als de Evora. Opmerkelijk waren de uitzonderlijke stijfheid van het chassis, het uitschakelbare ESP, de krachtige remmen en het elektronische sperdifferentieel.
Lotus presenteert de Evora als 2+2-coupé. Die bijkomende zitjes zijn echter niet bruikbaar. Als de constructeur je bovendien nog eens de mogelijkheid biedt om de auto als 2+0 te bestellen, is het duidelijk dat je de plaats achterin beter als koffer gebruikt. Als 2+0 moet je voor de Evora 61.809 euro neertellen. Als 2+2 kost hij 65.378 euro.