François Piette

18 MRT 2010

McLaren F1 1993: tijdloze sportwagen

Binnenkort is het achttien jaar geleden dat de McLaren F1 zijn spetterende intrede deed in de wereld van de supercars. De gevestigde orde werd weggeveegd en oogde meteen veel minder modern, hoe prestigieus de concurrentie ook mocht zijn. Vandaag heeft de superkrachtige Bugatti Veyron de McLaren F1 van de troon gestoten, maar zijn aantrekkingskracht blijft intact.

Even wachten

Volgens de legende begon alles in 1988 toen Gordon Murray, de bekende technisch directeur van het McLaren Formule 1-team, ongeduldig stond te wachten op het vliegtuig. Op een stukje papier krabbelde hij snel zijn idee voor de ultieme sportwagen. Toen hij zijn schets toonde aan Ron Dennis, de charismatische baas van McLaren, was die meteen gewonnen voor het idee.

Geen Honda maar BMW

Door de technische samenwerking met Honda in de Formule 1, leek het niet meer dan normaal dat de motor uit Japan zou komen. Gordon Murray reisde af naar het Verre Oosten en testte er de Honda NSX, die hij bijzonder homogeen vond. Zijn sportwagen moest dezelfde kwaliteiten bieden, maar met nog betere prestaties. Murray trachtte Honda ervan te overtuigen een motor te bouwen, maar stuitte op een duidelijke neen.

Deze tegenslag hield Murray niet tegen en hij zocht zijn heil bij enkele andere constructeurs. Uiteindelijk rijfde BMW het contract binnen. Het bestek was vrij eenvoudig: een atmosferische motor (voor een betere respons en bedrijfszekerheid), 550 pk, 250 kg en compacte afmetingen. De Motorsport-afdeling van BMW ontwierp een specifieke V12-motor. Die was zwaarder dan voorzien, maar leverde uiteindelijk meer vermogen: 627 pk bij 7.400 toeren met een cilinderinhoud van 6-liter.

Goud onder de kap

Gordon Murray wou alleen het beste en de meest edele materialen voor zijn auto. Het monocoquechassis uit koolstofvezel was het eerste in zijn soort. Ook magnesium, titanium en kevlar en zelfs goud (als hitteschild in de uitlaat) vond je in de F1.
Murray wou een auto die zowel krachtig was op circuit als aangenaam op de openbare weg. Radicaal was de McLaren F1 niet, maar zijn onuitgegeven ophanging zorgde wel voor een erg homogeen rijgedrag. Ook de veiligheid werd niet uit het oog verloren: een heuse veiligheidscel beschermde de inzittenden.
Functioneel mooi
Het design van de auto is esthetisch niet bijzonder, maar wel elegant en erg efficiënt. De McLaren F1 heeft hier en daar trekjes van de Honda NSX. Achter deze eerder eenvoudige lijn schuilt meer dan duizend uur werk in de windtunnel.

Comfortabel

Het interieur is zeer verfijnd, van het tapijt over het leder en de speciaal ontwikkelde Kenwood-stereo tot de klimaatregeling. Het toppunt is ongetwijfeld de inrichting van het interieur met drie stoelen. De bestuurder zit in het midden en de passagierstoelen staan links en rechts achteraan van hem.
Leuk detail: in geval van pech stelde een modem de bestuurder direct in verbinding met de fabriek. Indien nodig stuurde die onmiddellijk een technicus ter plaatse.

Op de weg

Met een stuur in het midden, een astronomische prijs en waanzinnige prestaties vereist de McLaren F1 een zekere nederigheid en vooral stuurvaardigheid. De V12 gedroeg zich erg beschaafd in de stad, maar ontbond zijn duivels bij de minste trap op het gaspedaal. De McLaren F1 veroverde snel zijn plaats in de geschiedenisboeken omdat hij zo homogeen en performant was. De kilometer vanuit stilstand werd in minder dan 20 seconden afgehaspeld en de topsnelheid bedroeg zowat 380 km/u. 627 pk voor 1,1 ton, dat verklaart zulke prestaties.

Een flop, maar niet in Le Mans

Door de astronomisch hoge prijs van een miljoen dollar werd de McLaren F1 een commerciële flop. Aanvankelijk werd een productie van 300 exemplaren voorzien, maar amper 69 exemplaren vonden een koper.

Daarom ontwikkelde McLaren enkele versies voor de competitie: zes exemplaren voor Le Mans, 32 GTR’s en 3GT’s zagen het daglicht. In totaal werd er dus een honderdtal exemplaren geproduceerd.
Commercieel mocht de F1 dan geen succes zijn, sportief ging het hem beter voor de wind met een overwinning in de 24 Uren van Le Mans in 1995. Ook vandaag nog blijft de McLaren F1 een goede investering en wordt voor een exemplaar ongeveer een miljoen euro neergeteld. De komst van de nieuwe MP4-12C wakkert de interesse in de F1 ongetwijfeld alleen maar aan.
 

Advertentie
Advertentie
Advertentie