Bruno Wouters

3 APR 2012

Allegro, ma non troppo!

 

Moto Guzzi is geen merk als een ander. Ze bouwen hun modellen al sinds de jaren '90 in de fabrieken van Mandello del Lario, en doen al generaties lang de motorfans dromen. Toch is het niet altijd van een leien dakje gelopen bij Moto Guzzi. Hun geschiedenis is een afwisseling van enkele glorieuze momenten en heel wat triestere momenten. Daar kwam ook de overname door Aprilia bij, met daarna de overname van Aprillia door Piaggio. Zelf de legendarische fabriek van Mandello heeft een tijdje op de helling gestaan. Gelukkig heeft Carlo Guzzi blijkbaar in zijn testament laten opnemen dat elk model dat buiten de muren van de fabriek gebouwd zou worden de naam Guzzi niet mocht en mag dragen. Piaggio heeft daar duidelijk rekening mee gehouden en gaat in de komende jaren meer dan 42 miljoen euro investeren in de fabriek.

 

De directie van de groep zet dus zwaar in op de Guzzi merknaam. Zo kwam er in 2008 al de V7 Classic op de markt, een knipoog naar de eerste moderne Guzzi, met V motorblok in 90°, uit 1966. Tot op heden berusten alle modellen van het merk op diezelfde architectuur. Het succes van de V7 was meteen duidelijk, en kreeg snel opvolging met de V7 Café, en wat later de V7 Racer en zijn geslaagde Café Racer look. De V7 werd al snel de bestseller van het merk, wat duidelijk aan de basis lag voor het nieuwe gamma van 2012. Er zijn nog steeds drie modellen van de V7: de V7 Special, V7 Racer en V7 Stone. Op esthetisch vlak evolueren de eerste twee modellen maar weinig. De V7 Special krijgt een tweekleurig koetswerk met een Rosso Astoria / Blanco, of Giallo/ Nero Metallizzato combinatie. De V7 Racer blijft identiek, en de Café heeft plaats moeten maken voor de Stone, het instapmodel van het prestigieuze merk. De Stone krijgt een satijn zwarte of witte kleur en moet een jonger en hipper publiek aanspreken, maar doet wel de look en waarden sinds 1921 alle eer aan.  

Nieuwe V-Twin

Op esthetisch vlak zijn de aanpassingen dus beperkt, maar dat is niet het geval voor het motorblok en enkele andere onderdelen. Oorspronkelijk kwam de inspiratie van de motor van de V7 uit 2008 van de V50 (1977). Met de jaren hebben ze dit motorblok beter gemaakt om van een 350 cc naar een 750 cc te evolueren. Voor dit door Lio Tonti ontworpen motorblok was het dus hoog tijd voor een grondige update. 70% van de niewue motor bestaat uit nieuwe onderdelen, en dat zien we in de eerste oogopslag. Ook wat we niet zien is nieuw en zorgen voor een beter rendement. Het vermogen gaat (lichtjes!) vooruit van 48 pk (aan 6.800 tr/min) naar 51 pk (aan 6.200 tr/min). Het koppel loopt op van 54,7 Nm naar 60 Nm, en is beschikbaar vanaf 2.800 tr/min. Een ander positief gevolg van deze aangepaste krachtbron is dat hij minder CO2 uitstoot, en het gemiddeld verbruik blijft onder de grens van 5,5 liter voor 100 km blijft. Met de nieuwe stalen benzinetank van 22 liter, dat de plastic versie van vroeger vervangt, beschikt hij dus over een autonomie van om en bij de 550 kilometer.

Lenig!

Naast de motor hebben ze bij Guzzi ook aan het schakelmechanisme gesleuteld, maar spijtig genoeg heeft dat in werkelijkheid niet noodzakelijk een positieve invloed gehad op het schakelen zelf. 
De ingenieurs van Guzzi hadden als objectief om de V7 leniger en toegankelijker te maken. Zo hebben ze de Stone voorzien van eenvoudigere velgen die vooraan 1.440 gram lichter zijn, en 860 gr achteraan, met als gevolg dat de gyroscopische inertie 30% lager ligt. De andere modellen behouden de spaakwielen, maar de stalen velgen werden wel vervangen door lichtere velgen in aluminium. Tot slot hebben ze ook de ophanging aangepast.
Om heel eerlijk te zijn hebben we heel veel plezier gehad achter het stuur van de V7 Classic, een kleine, gemakkelijke, lichte en niet al te krachtige motor, maar met een zeker karakter, en we kijken met veel ongeduld uit naar een testrit met de drie nieuwste modellen van het merk. Wat meteen opvalt is dat deze modellen nog altijd een heel "menselijke" dimensie hebben, net zoals de modellen uit de jaren '70 of '80, wat met een gewicht van 179 kg dezer dagen iets zeldzaams aan het worden is.  

Voor verbetering vatbaar?

Terwijl we onze helm opzetten starten enkele medewerkers van de Guzzi fabriek de testmodellen op. Het valt ons meteen op dat de motoren van onze V7's niet echt vlot draaien, maar de ingenieurs maken ons duidelijk dat ze dit speciaal aan Magneti-Marelli gevraagd hebben, om aan de motor meer karakter te geven. Dus niet echt voor verbetering vatbaar, want een duidelijke keuze van Moto Guzzi.
Een korte rit rond het Como meer liet ons toe om volop van de motor te genieten, hij beschikt wel over een bescheiden vermogen, maar is levendig en gewillig. In het stadsverkeer en op de kleine wegen rond het meer is hij echt op zijn best. Het geslaagde chassis laat toe om zich zonder risico's te vermaken. Het remsysteem van de V7 is ruim voldoende, al zullen sommigen onder ons misschien wat meer "beet" op prijs stellen. Onze voorkeur ging uiteindelijk naar de "Stone", met een ietwat speelser karakter dan de "Special". 

Geen straffe koffie

De Racer heeft ons niet echt kunnen behagen. Hij is een pak minder leuk om op te vertoeven, en zijn 50 pk zijn echt niet voldoende om zijn uitbundigere look te bevestigen.
Moto Guzzi wil met zijn nieuwe V7's een nieuw publiek aantrekken, mannen en vrouwen die voor het eerst het motorrijden ontdekken, of de scooterfans die nood hebben aan een stijlvoller alternatief op de scooter.
De V7 toegankelijker maken was duidelijk een goeie zet van Moto Guzzi. Een tijdloze look, levendige motor, eenvoudig remsysteem (zonder ABS, wat er ooit misschien wel zal komen, maar zker niet voor meteen ...) zijn een uitstekende combinatie om in alle veiligheid het plezier van het motorrijden te ontdekken. Anderzijds zullen de intrinsieke kwaliteiten van deze modellen,  zoals hun eenvoud en gebruiksgemak, ook de ervaren motorrijders kunnen overtuigen.
Hoeveel mag dat pleziertje dan wel kosten? 8.120 € voor de Stone, 8.720 € voor de Special en 9.330 € voor de Racer.        

 
Advertentie
Advertentie
Advertentie