Advertentie
Advertentie

"Een elektrische bedrijfswagen is niet voor iedereen een optie. Vooral in stedelijke gebieden, in appartementsgebouwen, in afgelegen landelijke streken en voor gezinnen met een laag inkomen blijft een elektrisch model onhaalbaar. Daarom voorziet de regering een langere overgangsperiode voor hybride wagens."

Deze passage uit het akkoord van de regering-Arizona vat goed samen welke aanpassingen er worden doorgevoerd aan de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfswagens. Maar wat verandert er precies ten opzichte van de maatregelen die door de regering-De Croo waren ingevoerd?

Aangepaste fiscaliteit voor een soepelere transitie

Even ter herinnering: wanneer een bedrijf een wagen ter beschikking stelt van zijn werknemers, kan het de kosten van de aankoop en het onderhoud fiscaal aftrekken, afhankelijk van de CO₂-uitstoot en het motortype. De nieuwe regering voert verschillende wijzigingen door in dit fiscale kader.

1. Klassieke brandstofwagens: einde van de aftrekbaarheid blijft behouden

Voor wagens met een klassieke verbrandingsmotor verandert er niets: hun fiscale aftrekbaarheid verdwijnt voor bestellingen geplaatst na 31 december 2025. Tot dan blijven ze nog gedeeltelijk aftrekbaar.

2. Hybrides: een verlengde overgangsperiode

De regering verlengt de overgangsperiode voor hybride wagens die tussen midden 2023 en eind 2025 worden aangekocht. De nieuwe aftrekregeling ziet er als volgt uit:

  • 75 % tot eind 2027 (voorheen eind 2025),
  • 50 % tot eind 2028 (voorheen eind 2026),
  • 25 % tot eind 2029 (voorheen eind 2027).

Deze versoepeling geldt enkel voor hybrides met een CO₂-uitstoot lager dan 50 g/km. Meer vervuilende modellen komen niet in aanmerking voor deze verlenging.

3. Brandstof en elektriciteit: een aangepast evenwicht

De brandstofkosten van hybride wagens blijven tot eind 2027 aftrekbaar tot 50 %, terwijl de elektriciteitskosten dezelfde fiscale behandeling krijgen als volledig elektrische wagens.

Advertentie
Advertentie

Een vereenvoudigd fiscaal kader in de toekomst?

De regering-Arizona lijkt te kiezen voor een minder radicale overstap naar volledig elektrische bedrijfswagens, mede omdat niet alle Belgen de juiste middelen of omstandigheden hebben om een elektrische auto aan te schaffen. In dezelfde lijn zal de regering-De Wever bedrijven niet verplichten om onmiddellijk voor elektrische wagens te kiezen.

Naast deze aanpassingen belooft de regering ook om "het systeem van fiscale aftrekbaarheid voor bedrijfswagens te vereenvoudigen". Momenteel heeft elk wagen zijn eigen aftrekregeling, wat voor bedrijven en wagenparkbeheerders een administratieve last betekent. De bedoeling is om een uniform tarief in te voeren dat van toepassing is op het volledige wagenpark van een bedrijf, waardoor de administratie wordt vereenvoudigd.

En daarna?

Het regeringsakkoord bevat nog andere maatregelen rond autofiscaliteit, waaronder aanpassingen aan de belasting op het voordeel alle aard (VAA) van bedrijfswagens. Daarnaast is er een maatregel die veel Belgen zal raken: de regering-Arizona heeft beslist de indexering van de belastingvrije vergoeding voor woon-werkverkeer stop te zetten. Dit zal ongetwijfeld een impact hebben op werknemers die van deze regeling genieten.

Deze meer geleidelijke aanpak van de elektrificatie van bedrijfswagenparken betekent een significante versoepeling ten opzichte van de plannen van de regering-De Croo. De vraag blijft of deze progressievere strategie zal voldoen aan de verwachtingen van bedrijven en particulieren die een bedrijfswagen bezitten.