Adieu Italië

Prins Albert, we komen eraan! Na de glamour van Portofino kunnen we Monaco niet zomaar links laten liggen. Maar eerst maken we nog een stop in Diano Marina. We waren wat later dan voorzien en pikten er op goed geluk een dorpje uit. Het kleine badstadje ligt in Italië op slechts enkele kilometers van de Franse grens. Die avond was het feest in het centrum, waardoor we een erg mooie herinnering overhouden aan Diano Marina. Toch nog een tip: je kiest hier beter voor een hotel in plaats van een camping.

Monaco

Tenten en bagage goed verstopt in de koffer, auto tot in de puntjes gewassen en de kraag van onze Ralph Lauren-polo omhoog: Monaco, here we come. Onze Laguna Coupé trok af en toe wel de aandacht, maar eens aangekomen in Monaco vallen we helemaal niet meer op. Bentley Azure, Ferrari California, Aston Martin DBS en massa’s Russische nummerplaten: hier lijken we doodgewone stervelingen.

Een parkeerplaats vinden was niet zo moeilijk en, zeker tegenover Portofino, nog behoorlijk goedkoop. Tijdens onze wandeling door het prinsdom werden we geregeld verrast Niet alleen door de waanzinnig hoge prijzen, soms zelfs integendeel. Zo zagen we op een bepaald moment een bord met ‘Mosselen: 9 euro’. Maar de prijzen in de winkels van het shoppingcenter zijn dan weer een koude douche. De airco zorgde al voor voldoende afkoeling, maar dit was toch even schrikken. Dan zoeken we maar andere oorden op.

Bochten

We verlaten Monaco via de hoger gelegen weg achter de stad die een schitterend zicht biedt op de Azurenkust en de talloze jachten die in de haven liggen. Met plezier vinden we wat later de rustigere wegen van de Provence terug. Het gezang van de krekel, de geur van lavendel, pastelkleurige landhuizen: dit is een wereld waarin men langzamer leeft, rustig en ver van de rumoerige stad.

We zetten onze weg verder richting Cotignac. Lange bochten worden met de glimlach genomen. Zolang de motor boven 2000 tr/min blijft, kan de Laguna alles aan. Bochtige wegen (nationales) zijn dan ook zijn geliefkoosde speelterrein.

Inhalen is kinderspel: je schakelt een versnelling lager, duwt het gaspedaal in en in een oogwenk is de klus geklaard. De turbo wordt wakker, blaast de nodige pk’s leven in en de cavalerie reageert onmiddellijk. Bochten? Hoe meer, hoe liever: met de toppen van je vingers plaats je de Laguna Coupé waar je wilt.

Cotignac

Dit kleine gehucht staat vooral bekend om zijn vele ambachtslui en heeft de laatste jaren een kleine bevolkingsexplosie gekend. Toch bleef de charme en warmte van de typische huisjes volledig bewaard.

Vergeet vooral niet om even langs de Mont Verdaille te gaan, waar zich de Notre Dame des Grâces bevindt, een kerk uit de zestiende eeuw. Cotinac ligt maar op een steenworp van het Regionale Natuurpark van de Verdon en heeft ook zelf enkele schitterende brokjes natuur. Zo is er de lange rotswand in tufsteen die met spectaculaire stalactieten bezaaid is. De omweg meer dan waard.

Maar het neusje van de zalm is de ongetwijfeld de spectaculaire waterval in Sillan la Cascade op enkele kilometers van Cotignac. Je kunt de waterval alleen te voet bereiken, maar ze is de moeite waard. Vanop een hoogte van 42 meter stort ze zich in een waas van turkooize schitteringen naar beneden en baant het water zich een weg in de wilde natuur. Verwacht geen uitgebreide toeristische infrastructuur, het gebied lijkt alleen bekend bij ingewijden. En dat is maar goed ook.

Hitte en Carcassonne

De zon wordt alsmaar sterker, maar de airco van de Laguna Coupé laat zich door niets van de wijs brengen. In de auto is het een aangename 25 graden. Wanneer we even uitstappen, valt de hitte echter als het ware op ons. Ken je dat gevoel dat het zo warm is dat je even in de koelkast wilt gaan zitten? Airco is toch een wonder.
Aan de horizon verschijnen ondertussen de eerste wolken. Die worden steeds dreigender en de temperatuur daalt. Gelukkig zijn ze nog ver van ons verwijderd. Het geeft ons de tijd om een stad te bezoeken:

Carcassonne.

Boven de zware vestingmuren priemen de spitse klokkentorens uit. Ondanks de talrijke souvenirwinkeltjes en de hypercommerciële sfeer keer je achter de muren als het ware terug naar de Middeleeuwen. Met wat verbeelding kun je je het leven van achthonderd jaar geleden weer voor de geest halen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de stad, die in de negentiende eeuw gerestaureerd werd, opgenomen is in het patrimonium van de werelderfgoedorganisatie UNESCO.

Tot slot nog een idee als je een leuke avond wilt beleven. Vraag aan enkele inwoners om een partijtje kaart te spelen, Tarot of klaverjassen, met een glas pastis of – alleen als je er echt voor wilt gaan - de lokale likeur. Alleen de inwoners van Carcassonne kennen de samenstelling van het geurige goedje, maar één ding kan ik je garanderen: je ingewanden worden goed gereinigd.