Niemand had gedacht dat het fabrieksbezoek van special effects-specialist John Stears aan Aston Martin in 1963 zo’n impact zou hebben. Stears, die werkte voor filmproducent Eon Productions, kreeg twee nagelnieuwe en identieke Aston Martin DB5-modellen mee voor de nieuwe Bondfilm waar hij destijds aan werkte: Goldfinger.
Een auto werd in de film uit 1964 gebruikt voor de achtervolgingsscènes, de andere voor close-ups en interieurshots. De gadgets die Stears voor de DB5 bedacht, zijn legendarisch: machinegeweren in de voorvleugels, vlijmscherpe messen in de velgen om de banden van de vijanden stuk te snijden, een kogelwerend scherm achteraan, een draaiende nummerplaathouder, enzovoort. De meest beroemde feature is wellicht nog de schietstoel op de passagierszit.
Aston Martin profiteerde volop van het succes van Goldfinger, en ook de producenten van de Bondfilms was de aantrekkingskracht van de DB5 niet ontgaan. Voor hun volgende film, Thunderball, vroegen – en kregen – ze twee extra DB5-modellen, die ze op dezelfde manier ombouwden en naar Noord-Amerika stuurden voor een promotournee voor de film uit 1965.
Na de promotour waren de auto’s niet meer nodig, en in 1969 werden ze door een Britse verzamelaar gekocht. Die verkocht dit exemplaar, met chassisnummer DB5/2008/R, aan een automuseum in het Amerikaanse Tennessee. In 2006 werd de Aston Martin voor de eerste keer geveild. Nadien werd de Britse auto grondig gerestaureerd door een Zwitsers bedrijf, dat er ook voor zorgde dat alle gadgets opnieuw werkten zoals John Stears ze destijds had bedacht. Inclusief de schietstoel…
Op 15 augustus veilt het gereputeerde veilinghuis RM Sotheby’s deze Aston Martin DB5 in het Amerikaanse Monterey. De geschatte opbrengst zou 4 tot 6 miljoen dollar bedragen.