De sprankelende C1 past perfect tussen de ernstige 108 en de gekke Aygo. Ook de C1 bestaat in verschillende varianten: driedeurs of vijfdeurs en als je nood hebt aan frisse lucht ook met een groot open dak. Je kunt de persoonlijkheid van de C1 ook aanpassen, met bijvoorbeeld een tweekleurig koetswerk met (al dan niet stoffen) dak in contrasterende kleur.
Mini
De C1 is geweldig klein, met slechts 3,47 meter van de ene tot de andere bumper. Hiernaast lijken de Hyundai i10 en Renault Twingo tot een grotere categorie te behoren. De keerzijde van de medaille blijkt wanneer je de kofferklep opent: je doet beter boodschappen voor een week dan voor een maand. In het interieur probeert de C1 overal wat centimeters te winnen, maar passagiers achterin missen plaats zodra ze wat groter zijn dan 1,75 meter. Een stadsauto is natuurlijk geen busje …
Slecht verbonden
Achter het stuur ontdekken we een welgekomen verfrissing: felle kleuren, sympathieke ronde instrumenten en een aanraakscherm in het midden. De rijpositie is goed en lijdt niet te veel onder het stuur dat niet regelbaar is in de hoogte. Kritiek is er vooral op het multimediasysteem. Zoals veel stadswagens vandaag gebruikt de C1 het systeem Mirror Screen dat jouw smartphone spiegelt op het centrale scherm. Je hoeft dus niet te kiezen voor een duur navigatiesysteem en kunt de gps van jouw smartphone gebruiken (mits je eerst een app downloadt).
Dit is zonder twijfel de toekomst. Maar vandaag is het nog een ander verhaal, want het systeem kampte voortdurend met allerlei bugs: van de smartphone die niet kan verbinden tot de onnauwkeurige navigatie en het verlies van de verbinding. Dringend te herzien.
De meest levendige?
De C1 is niet de ruimste of meest verzorgde auto binnenin. De sfeer doet je lachen maar de afwerking staat ver verwijderd van de standaarden van de Hyundai i10. Hij heeft andere dingen te bieden, zoals levensvreugde. Met de 1.2 PureTech van deze test zet de kleine C1 verbazingwekkende prestaties neer en kan hij veel dikkere auto’s evenaren.
De driecilinder met 82 pk is aanvaardbaar soepel bij lage toerentallen en vindt een tweede adem boven 3.000 tr/min. Het voelt nooit alsof hij treuzelt, maar de mechaniek laat zich wel horen: hij trilt en schreeuwt. De basismotor van Toyota-origine is op dit vlak beschaafder.
Amusant
De C1 blijkt ook even vrolijk te rijden als hij eruitziet: het weggedrag volgt gewillig de kleine motor, al lijken bepaalde koetswerkbewegingen erg uitgesproken. Licht en levendig blijken bochten een plezier, te midden het geluid van de zenuwachtige driecilinder. Het comfort van de schokdemping valt ook mee, de ophanging is voldoende zacht.
Tot 15.000 euro
De prijzen van de C1 schommelen van 9.590 euro (1.0i Start) tot 15.000 € (1.2i Airscape Shine). De uitrusting is vollediger dan vroeger, met onder meer een snelheidsbegrenzer (maar geen regelaar), een bluetoothverbinding en het systeem Mirror Screen. We betreuren de afwezigheid van een start- en stopfunctie op de 1.2 PureTech.
Conclusie
Afgezien van hun stijl, is de drieling identiek. Welke moet je dan kiezen? Dat is een kwestie van smaak en garagehouder, maar deze C1 heeft nog een troef: het is de goedkoopste van de drie! Dit pittige en leuke autootje tovert snel een glimlach op het gezicht van de bestuurder. Maar laten we duidelijk zijn: praktische aspecten zijn hier niet de prioriteit.