We staan hier dus tegenover een ‘valse’ nieuwigheid. Maar laat dat de pret niet drukken, want de Mondeo heeft sterke argumenten om te overtuigen in een segment dat kracht verliest (maar nog altijd felbevochten is) aangezien de premiumconstructeurs er met succes meedingen. Het premiumaandeel in het CD-segment groeide van 36 naar 43 procent tussen 2006 en 2014. In België zelfs van 45 naar 55 procent.

Het CD-segment vertegenwoordigt nu ongeveer  12 procent van de Europese markt, door de populariteit van de SUV’s waar we ons trouwens wel vragen bij kunnen stellen. Behalve hun hogere zitpositie naargelang het model en de stijl die vaak arrogant en pretentieus is, zien we weinig factoren die dit succes rechtvaardigen.

Ze zijn zelden ruimer dan de traditionele auto’s (en sowieso minder ruim dan de monovolumes), presteren meestal minder goed op de weg en het verbruik is ook niet gunstig. Maar ze verkopen goed en kopers zijn bereid om er een prijs voor te betalen. Het aanbod groeit; waarom zouden de constructeurs deze vruchtbare kans laten liggen? Maar dat houdt hen niet tegen om een klassiek gamma te behouden.

Met vertraging

De Mondeo start met vertraging maar is voldoende bewapend om de strijd aan te gaan, want hij beschikt standaard of in optie over alle mogelijke uitrusting van dit segment, zelfs het premiumgedeelte. Complexe wieltreinen, een licht koetswerk, motoren met spitstechnologie (zelfs een hybride), uitgebreide connectiemogelijkheden (SYNC 2) en een indrukwekkend veiligheidsarsenaal zoals opblaasbare gordels achteraan (die je alleen in een Mercedes S-Klasse terugvindt).

Bepaalde uitrusting ontbreekt vreemd genoeg wel, zoals een head-upscherm of de mogelijkheid om in de break de achterbank vanop afstand neer te klappen. Maar de ruime mogelijkheden dwingen wel respect af.

We vermelden onder meer de noodrem die voetgangers herkent, de adaptieve snelheidsregelaar, de parkeerhulp (Park assist), de adaptieve ophanging, de elektrische, verwarmde, geventileerde en masserende zetels, adaptieve led-verlichting, dodehoekdetectie, een spoorassistent, verkeersbordenherkenning, elektrische voorruitontdooiing, een elektrische kofferklep, handenvrije toegang, een navigatie- en audiosysteem van Sony met twaalf luidsprekers enzovoort.

Start your engines

De Mondeo is een toonbeeld van downsizing. De instapper van het gamma is de opmerkelijke 1.0 EcoBoost-driecilinder met 125 pk en 119 gram uitstoot met een koppel van 170 Nm. Dan volgt, nog altijd bij de benzines, een nieuwe 1.5 EcoBoost-viercilinder met 160 pk en 134 gram, beschikbaar met handgeschakelde en automatische versnellingsbak. Vervolgens is er de 2.0 EcoBoost, beschikbaar met 203 of 240 pk en in beide gevallen met een automaat en 169 gram.

Het dieselaanbod start met een 1.6 TDCi met 115 pk (94 g CO2/km), gevolgd door de 2.0 TDCi ECOnetic met 150 of 180 pk (107 g/km in beide gevallen). Een 2.0 TDCi biturbo met 210 pk en 450 Nm komt het gamma binnenkort afronden en zou onder 130 g/km blijven. Later verschijnt een hybride, een première voor Ford Europe, met een 2.0 benzinemotor en twee elektromotoren, waarvan er één dient om de lithium-ionbatterij van 1,4 kWh onder de achterzetels op te laden. Dit is trouwens een vierdeursversie.

De andere Mondeo’s zijn bij ons alleen beschikbaar als vijfdeurs of break, die Clipper heet. De hybride haalt 187 pk en een uitstoot van 99 g/km, met een verbruik van 4,2 l/100 km. We geven nog mee dat vierwielaandrijving in de pijplijn zit voor de diesels met 150 en 180 pk, nog een beetje geduld.

Wachten wordt beloond

In de praktijk blijkt de Mondeo helemaal niet slecht. Laten we niet te veel uitweiden over de lijn (dat is heel persoonlijk), maar de snoet is origineler dan de achterkant, die bij de vijfdeurs nogal massief oogt. Het profiel van de Clipper doet het geheel wat lichter ogen. Het interieur blinkt niet uit door durf maar is gemakkelijk en aangenaam in gebruik.

Bij bepaalde premiummodellen, zoals de Mercedes C-Klasse, beland je in een andere wereld door het schitterende interieur, maar de Mondeo blijft bescheiden. Je moet wel het aanraakscherm gebruiken voor heel wat functies, waar niet zo’n fan van zijn. Dat maakt hij echter goed met SYNC 2, waarmee je veel functies eenvoudig met de stem kunt bedienen. Een uitstekende vermelding verdienen ook de zeer goed ontworpen en comfortabele zetels, zelfs zonder de massagefunctie.

Leuke benzine

Goede punten zijn er ook voor de wendbaarheid van deze nochtans imposante auto op de wegen van Andalusië, het speelterrein van deze eerste test. Het werk aan de ophanging werpt zijn vruchten aan, dat is duidelijk. We kropen achter het stuur van de 2.0 TDCi met 180 pk en de 1.5 EcoBoost met 160 pk, allebei met manuele bak. Voor ons is de keuze snel gemaakt: de benzine. De diesel heeft meer te lijden onder de overdreven lange versnellingen opgedrongen door de jacht op CO2, waardoor je verplicht wordt veel te schakelen en het sowieso weinig verfijnde dieselblok op te jagen.

De benzinemotor rijdt leuker, ondanks een verlies aan vermogen en koppel. De 100 kg extra die de dieselversie op de weegschaal zet, voel je in het weggedrag, dat minder levendig wordt. De goede wegen van Andalusië vind je bij ons natuurlijk minder en veelrijders doen zeker hun voordeel bij de diesel, maar de benzine overtuigt meer.