Jaguar, dat een steeds omvangrijker en aantrekkelijker gamma heeft, kon deze buitenkans niet laten liggen. De markt van de “premium medium” SUV biedt namelijk aantrekkelijke ontwikkelingsperspectieven: plus 50% tegen 2020! Het zou dus zonde zijn om die groeimarge aan de BMW X3 en X4, Audi Q5, Volvo XC60, Mercedes GLC, Lexus NX en Porsche Macan te laten. En als het merendeel verkocht wordt aan nieuwe klanten, die de gemiddelde leeftijd van de Jaguar-klant naar beneden trekken, waarom niet?

Daarom kon de autowereld in de herfst van 2013 kennis maken met de conceptcar C-X17, die aan de F-Pace voorafging. Die werd goed ontvangen door het publiek, waardoor de eerste SUV met Jaguar-logo dezelfde lijnen heeft. Een Jaguar-SUV… benieuwd wat Jaguar-oprichter William Lyons daarvan gevonden zou hebben.

Trouw aan de conceptcar

Over het design van de F-Pace, die bijna dag op dag twee jaar na de C-X17 werd voorgesteld, gaan we niet te veel uitweiden. Het onderwerp is immers emotioneel beladen en subjectief. Maar we geven graag toe dat hij er best mag wezen, met sobere lijnen , een duidelijke Jaguar-stijl, van de aanwezige verticale grille tot de nauwe achterlichten. Net een kattenblik, of meer prozaïscher: de achterlichten van een F-Type. Er zijn slechtere referenties! De F-Type zal zeker SUV-liefhebbers weten aan te spreken, dat is duidelijk. Liefhebbers van klassieke berlines of sportieve coupés zullen het minder hebben voor het potige geheel dat eigen is aan het segment.

De F-Pace profiteert volop van de expertise die Jaguar heeft in het bouwen van aluminium koetswerken. Dat is immers al een specialiteit van het merk sinds de XJ X350 van 2003. De monocoque gebruikt meer aluminium (80%) dan de concurrentie, goed voor een gewicht van 1.665 kg voor de tweewielaangedreven viercilinder. Resultaat: gemiddeld 5 l/100 km en 129 g/km CO2.

De structuur combineert aluminium, magnesium en staal met hoge treksterkte, en bestaat uit 2.616 bouten, 73 meter structurele verbindingen en 566 laspunten. Op die manier wordt er een torsiestijfheid verkregen die gelijk is aan die van de nieuwe XF. Ongeveer een derde van het gebruikte aluminium bestaat uit gerecycleerd materiaal. In tegenstelling tot moduleerbare platformen, die beperkingen opleggen doordat de onderdelen worden gedeeld door verschillende modellen, kan de lichte aluminium architectuur beter worden aangepast aan de specifieke eisen van elk model.

Gesofistikeerde assen

Zo werden er aluminium onderdelen van de schokdemping hertekend om de gewenste bodemvrijheid en veerweg te verkrijgen, werden de dwarsbalken vooraan breder om stijfheid te winnen, en werden de wielen zo geplaatst dat de vereiste afmetingen en dynamiek werd verkregen. De wielbasis (2.874 mm) en spoorbreedte is anders dan eender welke andere Jaguar. Resultaat: een koffer van 650 liter en een bijzonder gulle beenruimte voor de achterpassagiers.

De assen nemen de dubbele driehoeken van de F-Type vooraan over, en achteraan de Integral Link-ophanging. Het stuur is variabel en het bochtengedrag wordt ondersteund door Torque Vectoring, dat de binnenwielen afremt om onderstuur te beperken. Adaptive Dynamics monitort de beweging van de wielen en het koetswerk en past de demping continu aan.

Met Configurable Dynamics kun je een dynamische of normale rijmodus selecteren, die de reactie op het gaspedaal aanpast, de werking van de automatische versnellingsbak, de weerstand in het stuur, en de demping.

Drie motoren, waarvan twee diesels

De F-Pace geeft je de keuze tussen drie motoren. De instapmotor is de recente Ingenium-diesel, een 2.0 viercilinder van 180 pk. Indrukwekkender is de uitstekende 3.0 V6 diesel van 300 pk en maar liefst 700 Nm, die aan de beste automaat op de markt gekoppeld is, de ZF-achtversnellingsbak. Benzineliefhebbers kunnen terecht bij de drukgevoede 3.0 V6 met 340 of 380 pk. Drijft de instapversie alleen de achterwielen aan, dan pakt Jaguar graag uit met de “on demand”-vierwielaandrijving, die in maximum 165 milliseconden het koppel naar de vooras stuurt als de omstandigheden daarom vragen. Het Intelligent Driveline Dynamics-systeem gebruikt daarvoor gegevens van allerlei sensors. Met enkele elektronische gadgets (Adaptive Surface Response, All Surface Progress Control, Low Friction Launch,…) kan er op moeilijk terrein worden gereden (weinig grip, sterke wind,…).

De F-Pace is uiteraard (standaard of optioneel) uitgerust met allerlei onmisbare items. We noemen er maar enkele op: de laser-head-updisplay, verkeersbordherkenning, een intelligente snelheidsregelaar, een noodremsysteem, spoorassistentie, en het onvermijdelijke InControl Touch Pro-infotainmentsysteem van de laatste generatie dat zowat alles doet behalve koffiezetten. Voor de volledige lijst kan je de catalogus uitpluizen of met de online configurator spelen. Wij willen vooral rijden!

Bochtenvreten

We beginnen met de V6 benzine van 380 pk in Launch Edition-versie en Caesium Blue-kleur. Dat gaat uiteraard aardig vooruit, en we laten het compressorblok stevig werken. Het tempo gaat de hoogte in, de bochten worden steeds nauwer, en we schakelen naar Dynamic-modus en Sport-modus. Het gaat vooruit, maar het ritme is relatief bruusk: de rijhulp werkt niet helemaal transparant en de werking van de versnellingsbak laat enkele steekjes vallen. Toegegeven, we rijden met de F-Pace zoals we met een F-Type zouden rijden, een voorbeeld van hoe deze SUV niet gebruikt zal worden. Daarna kiezen we voor de 3.0 diesel en ruilen we de gigantische 22-duimsvelgen in voor redelijke 20-duimers. De samenwerking tussen de motor met zijn monsterkoppel en de versnellingsbak is perfect, en op hetzelfde terrein toont de F-Pace zich minder brutaal in zijn reacties, en veel aangenamer en vloeiend om te rijden. Een rustige kracht, maar wat voor kracht. Geslaagd! Een minpuntje: het rempedaal geeft weinig vertrouwen, met een lange slag en weinig bijt. De Jaguar remt, maar het pedaalgevoel stelt niet echt gerust. We komen er later nog op terug. Niet twijfelen tussen de twee zescilinders: de diesel is veel aangenamer, door het alomtegenwoordige koppel van 700 Nm, dat wonderen verricht en de F-Pace plezierig doet rijden!

Welke kiezen?

Blijft nog over: de 2.0 Ingenium. Naast de charmante zescilinders lijkt hij moeite te zullen hebben om te kunnen overtuigen onder de kap van de F-Pace. Fout! Hij is minder geweldig dan de V6, maar de viercilinder weet te overtuigen. Op ons testterrein laat de gewichtswinst van zo’n honderd kilogram zich voelen, en de F-Pace is veel levendiger. De motor is uiteraard minder krachtig, maar is ruim voldoende. Het rempedaal is hier vrij van kritiek. Ligt het aan het lagere gewicht? Het geluid van het Ingenium-blok blijft beheerst, en alleen wanneer je het intensief gebruikt gedraagt de F-Pace zich minder vloeiend dan met de zescilinder. Dat komt doordat de werking tussen de versnellingsbak en het met de helft gereduceerde koppel van de motor zorgt voor minder aangename reacties van de achteras. Dat hoeft niet te verbazen: 430 Nm koppel voor de viercilinder diesel, 450 Nm voor de drieliter benzine en 700 Nm voor de zescilinder diesel. Laatste opmerking over het comfort: de prestaties van het chassis laten zich ondanks alles door een zekere stevigheid gewaarworden. Dat stoort niet bij een dynamisch rijgedrag, maar wie rustiger rijdt, zal misschien niet helemaal zijn gading vinden.

Als the sky the limit is? De drieliter diesel! Het goede idee? De tweeliter diesel. Als je toch dat benzineblok wil, geniet je er optimaal van in een F-Type.