Maand na maand zet de neergang van de dieselmotor door in Europa, terwijl dit zo’n beetje de enige plaats ter wereld was waar particuliere klanten iets voelden voor stookolie als brandstof. Zo lazen we onlangs in een verslag van Febiac, de Belgische federatie voor de automobiel en de tweewieler, dat in de eerste helft van dit jaar slechts 36,1 procent van de nieuw ingeschreven auto’s een dieselmotor had, tegenover… 75,3 procent eind 2011. Dat is een duizelingwekkende achteruitgang die in de overgrote meerderheid van de gevallen in het voordeel van de benzinemotor gebeurt.
“Helemaal schoon”
Parallel met deze dalende populariteit van de dieselmotor, die het gevolg is van de vele tegenmaatregelen van de voorbije tijd, kwamen de nieuwe Euro 6d-Temp-uitstootnorm en de nieuwe homologatiecyclus WLTP, die de constructeurs heel wat extra obstakels opleveren. Voor benzinemotoren betekent dit meestal dat een partikelfilter moet worden toegevoegd. Voor motoren die niet zijn ontwikkeld om met zo’n filter samen te werken, gaat dit soms gepaard met vermogensverlies (net zoals bij de introductie van de katalysator in een ver verleden). Om dat te vermijden is de logische oplossing om een nieuwe motor te ontwikkelen die van in het begin is bedacht om samen te werken met dit extra accessoire.
Tot in de puntjes
Zo ontstond de 1.3 TCe, die is ontwikkeld door de Alliantie Renault-Nissan-Mitsubishi en Daimler. Deze gloednieuwe motor kan uitpakken met een flinke dosis spitstechnologie. Zo heeft zijn turbo een elektrische overdrukklep en heeft hij een zogenaamde “Bore Spray Coating”, wat betekent dat op de cilinderwanden een erg fijne laag van een specifieke staalsoort is aangebracht die de warmtegeleiding verbetert. De injectiedruk van zijn kant is opgevoerd tot 250 bar.
5 fabrieken
Deze motor is bedoeld om te functioneren in de modellen van de drie merken van de Alliantie Renault-Nissan-Mitsubishi en in die van partner Daimler (zoals de vele toekomstige afgeleiden van de nieuwe A-Klasse). In totaal moeten 5 fabrieken over de hele wereld deze motor bouwen en er zouden tot een miljoen stuks per jaar van worden geproduceerd.
Variabel vermogen
Deze 1.3 TCe debuteert in de Renault Scénic en wordt in de eenvolumer aangeboden in meerdere vermogensversies. De basisvariant ontwikkelt 115 pk, even veel als de 1.2 TCe die hij dan vervangt, maar wel met meer koppel (220 in plaats van 190 Nm). De middenversie schopt het tot 140 pk en 240 Nm, of 10 pk en vooral 35 Nm meer dan de oude 1.2 TCe 130. Tot slot is er nog een topversie voor een nieuwe Scénic-variant, met 160 pk en 260 Nm. Die wordt enkel aangeboden met de gerobotiseerde versnellingsbak met dubbele koppeling EDC (die als optie verkrijgbaar is op de 140 pk-versie). Voor meer compacte of grotere modellen zouden later trouwens nog andere vermogensversies komen.
Veel rijplezier
Wij maken in onze Scénic kennis met deze TCe in zijn 140 pk-variant met manuele versnellingsbak. Zodra je ermee de weg opgaat, moet iedereen het toegeven: de 1.3 TCe rijdt veel prettiger dan de oude 1.2 TCe die hij komt aflossen. Met zijn hogere koppel blijkt hij ronder en bovendien onderdrukt hij trillingen beter. En als bonus daalt het reële verbruik voelbaar. Toegegeven, zo zuinig als een kleine zelfontbrander is hij niet en je moet hem bovendien niet te veel op zijn staart trappen, want daar krijgt hij veel dorst van. Maar met een redelijke rijstijl mag je in de Scénic uitgaan van een gemiddeld verbruik van zo’n 7 l/100 km.
Verzorgde afwerking
Verder blijft de Scénic verleiden tijdens het gebruik, al heeft hij bij zijn overstap naar de wereld van de “cross-over” toch wat van zijn praktische kantjes moeten opgeven. Zo biedt hij achterin bijvoorbeeld geen drie losse stoelen meer. De afwerking is verzorgd en er zijn heel wat bergvakken. Op de weg overtuigt zijn dynamische potentieel en ondanks de merkwaardig grote wielen van 20 duim, die je standaard worden aangeboden/opgelegd, behoudt hij een aangenaam comfortpeil.
Prijs
Om de nieuwe TCe te kunnen proeven in de neus van de Scénic moet je minstens 22.875 euro ophoesten, en dan krijg je de 115 pk-versie. Voor meer rijplezier vergt de 140 pk minstens 26.225 euro (maar hij biedt meer standaarduitrusting). De 160 pk-afgeleide is er zoals we al zeiden enkel in combinatie met een robotversnellingsbak, maar ook alleen maar in het hoogste uitrustingsniveau. Dat jaagt zijn prijs tot boven de grens van de 30.000 euro: 31.775 euro.
Conclusie
We hebben goed nieuws over deze motor, die in allerlei modellen zal opduiken: hij is absoluut geslaagd. In zijn 140 pk-versie biedt hij in elk geval een uitstekende verhouding prestaties-verbruik. Wie echt heel veel kilometers verslindt, is natuurlijk nog steeds beter af met een diesel. Maar voor alle anderen biedt de 1.3 TCe bergen rijplezier, en in de Scénic is hij bovendien erg discreet.