De technologie waar de Japanse constructeur een echte meester in is – en laten we ook Lexus niet vergeten – vertegenwoordigt een kwart van de verkoop van het merk in Europa. Het aanbod strekt zich uit van de Yaris tot de RAV4, met daartussen de Auris, de Auris Touring Sports, de Prius waarmee alles begon en de ruimere Prius+. Om je een idee te geven: het aandeel van hybride motoren in België vertegenwoordigt ongeveer 34.000 voertuigen, waarvan 24.000 Toyota’s. 7.300 daarvan zijn een Prius.

Door deze dominantie heeft Toyota natuurlijk geen enkele reden om het winnende team te veranderen. De Prius van de vierde generatie ziet er dan ook uit als een Prius. Spijtig genoeg? We riskeren op enkele lange tenen te trappen (zeker bij de designverantwoordelijken), maar waarom moet een ecologische overtuiging ostentatief getoond worden in een dergelijk kleedje? Ook op een andere en klassiekere manier haal je een mooie Cx-waarde van 0,24 dan met dit design ‘gevormd door de wind’ (niet mijn woorden).

Over smaken en kleuren

Je hebt het al begrepen, ik zit in het kamp dat de esthetiek niet echt kan smaken. Bovendien vermindert het ontwerp de stroomlijngeluiden niet, die nog altijd duidelijk aanwezig zijn. Laten we toch een beetje positief blijven: de proporties evolueerden lichtjes in de richting van meer dynamiek.

Op basis van de nieuwe globale TNGA-architectuur (Toyota New Global Architecture), verlaagt het modulaire GA-C-platform het zwaartepunt met 25 mm. De hoogte van de Prius is beperkt tot 1.470 mm, 20 mm minder dan vroeger. De lengte stijgt met 60 mm (nu 4.540 mm), met een onveranderde wielbasis van 2.700 mm. Dat is gunstig voor de kofferruimte, waarvan de capaciteit groeit met 60 liter tot 502 liter. In de breedte wint de Prius 15 mm: 1.760 mm.

We werpen een blik op het interieur, waar de kwaliteit een betere indruk maakt, ook al kunnen bepaalde details van de afwerking nog altijd beter. Het nieuwe platform maakt het mogelijk om de voorruit iets lager te plaatsen, voor een beter zicht en een groter ruimtegevoel in het interieur.

Overal gebruikt Toyota pianolak, een ramp voor de statische elektriciteit en vingerafdrukken. Daaronder en op het stuur zie je wit plastic dat misschien past bij een wit koetswerk (in een ander wit, maar laten we niet moeilijk doen) maar helemaal niet bij de andere kleuren. Misschien om enkele bobo’s uit California te plezieren?

Nieuw platform, ander gedrag

Het nieuwe platform geeft de Prius IV een nieuwe achtertrein met dubbele driehoeken en maakt hem 60 procent stijver, vooral dankzij het gebruik van staal met een hoge elasticiteit. Die keuze is ook gunstig voor het weggedrag van de auto, dat dynamischer is dan vroeger.

De hybridemotor evolueerde door kleine rendementsverbeteringen en een aangenamer gedrag tijdens het rijden. Het totale vermogen daalt een beetje, maar dat wordt goedgemaakt door een lager gewicht en beter beheer van de transmissie. De verbrandingsmotor maakte werk van zijn koeling en wrijvingsverliezen. De kleinere elektromotoren werden krachtiger. Op papier dalen het verbruik en de uitstoot met 20 procent: met 15-duimswielen 70 g/km en een normverbruik van 3 l/100 km.

Zoals bij elke nieuwe generatie ligt het accent ook op meer veiligheid. De Prius telt maar liefst 22 sensoren, onder andere voor de adaptieve snelheidsregelaar, de voetgangersdetectie, het botspreventiesysteem, de waarschuwing voor het overschrijden van wegmarkeringen (die onverdraaglijke functie die we graag uitzetten tijdens onze testritten), het automatische beheer van de grootlichten, de verkeersborden die automatisch gelezen worden, de dodehoekdetectie, de waarschuwing voor achteropkomend verkeer, de intelligente parkeerhulp en het head-up display. Voor de geeks voorziet Toyota nog een draadloze telefoonlader, met inductie dus.

Amuseren we ons?

En, hoe rijdt deze Prius IV? We waarderen de nieuwe en iets lagere rijpositie en het gevoel van licht en ruimte door het nieuwe platform. Het ‘druppelprofiel’ van het dak hindert de ruimte voor de passagiers achterin niet, wat grote personen ongetwijfeld op prijs zullen stellen. We bewonderen ook nog altijd het geslaagde huwelijk tussen benzine en elektriciteit. De twee energiebronnen werken goed samen, met slechts één gebrek. Bij stevige acceleraties – die niet goed passen bij de geest van deze auto maar soms wel nodig zijn – blijft de continu variabele transmissie storend en luidruchtig.

Hier belanden we bij één van de tegenstellingen van deze Prius: een auto die goed rijdt met een ‘bompatempo’ en op die manier ecologisch verantwoord is, maar met een platform dat zo evenwichtig en leuk rijdt dat je toch verleid wordt om het tempo te verhogen. Een goede gewichtsverdeling, een neutraal gedrag en de afwezigheid van rolbewegingen zetten de bestuurder hiertoe aan. Resultaat: in tegenstelling tot bepaalde (meer toegewijde) collega’s liep ons verbruik volgens de boordcomputer op tot zo’n 5 à 6 l/100 km.