In 1978 verraste BMW de pers en de trouwe klanten: de M1 leek helemaal niet op de sportieve berlines die het Beierse merk gewoonlijk produceerde. De M1 was getekend door Paul Bracq op de top van zijn kunnen, en moest niet onderdoen voor de sensueelste sportwagens uit die tijd. De monocoque had ook een bijzondere plaatsing van de motor: centraal achterin. Dat deed BMW sindsdien niet meer tot het de i8 voorstelde!

Krachtig en betrouwbaar

Onder de motorkap had de originele M1 een zescilinder-in-lijn van 3,5 liter, met cilinderkoppen met 24 kleppen, afgeleid van racewagens. Het resultaat? 277 pk bij 6.500 tpm en een geweldige klank uit de uitlaat. De chrono’s waren dus allerminst teleurstellend: een topsnelheid van 262 km/u en 0-100 km/u in 5,6 seconden. Toch werd de M1 een commerciële flop, met 455 geproduceerde exemplaren tussen 1978 en 1981. Dat lag ongetwijfeld aan een gebrek aan prestige van het merk en een te hoge prijs. Vandaag wisselt het model van eigenaar voor meer dan € 700.000!

Villa d’Este

Zowat dertig jaar later bracht BMW op het concours d’élégance in het Italiaanse Villa d’Este een eerbetoon aan dit model, met een concept dat getekend werd door de controversiële Chris Bangle. De voorkant zag er heerlijk agressief uit en het zijaanzicht bijzonder zuiver, maar de gewrongen achterkant ontgoochelde.

Productie

Van een eventuele productie was er nooit sprake. Het eerbetoon was een moderne interpretatie zonder mechanische elementen. BMW gaf er dus ook geen informatie over vrij. Maar wees niet te ontgoocheld: het huidige gamma van de constructeur bevat de i8, die er wat van wegheeft en die een commercieel succes is!