In 1994 veranderde de doodbrave Audi 80 break (de generatie B4) in de beruchte RS2, het eerste model van Audi’s nieuwe sportafdeling. Die werd opgericht om sportievere klanten te lokken naar een merk dat tot dan een redelijk burgerlijk imago had.

Samen met Porsche

De RS2 werd samen met Porsche uitgewerkt. Onder de motorkap zat een 2.2 vijfcilinder-in-lijn turbo, die 315 pk en 410 Nm produceerde en gekoppeld was aan een manuele zesbak en Quattro-vierwielaandrijving met centraal Torsendifferentieel. De motor zorgde ervoor dat de gezinsbreak sneller was dan bijna alles wat er toen rondreed. De 1.650 kilogram zware Audi RS2 trok op naar 100 km/u in 5,4 seconden en had een topsnelheid van 262 km/u. Porsche had zijn zeg in de chassisafstelling en de remmen, met onder meer de remklauwen die in de enorme schijven knepen.

Bijzondere looks

De Audi RS2 werd ook deels bij Porsche gebouwd. Daar kreeg hij specifieke bumpers en Porsche-velgen, maar ook de achteruitkijkspiegels van de 911 (type 993). Aan boord heerste een sportief sfeertje, met onder meer Recarozetels. Audi had dus een ultraperformante sportieve break die toch relatief makkelijk te rijden was. Iets wat het merk vandaag ook nog steeds heeft.