Op het salon van Parijs van 1967 stelde Ferrari zijn derde gezinsgerichte auto met een 2+2-opstelling voor. De 365 GT 2+2 sloot perfect aan op het erfgoed van zijn twee voorgangers (250 GTE en 330 GT 2+2), maar innoveerde wel op een reeks technische punten.

20200206100134fer1.jpg

Aan het tekenpotlood zat de onvermijdelijke Pininfarina, die voor de voorkant inspiratie haalde bij de 500 Superfast uit het verleden, terwijl de achterkant innoveerde met een bijzonder design voor de achterlichten. Maar wat vooral indruk maakte, was de lengte van het gevaarte: bijna 5 meter. Dat leverde hem meteen de bijnaam “Queen Mary” op.

20200206100217fer3.jpg

Onder de motorkap betreden we bekend terrein. Daar deed nog steeds de gekende Colombo-V12 dienst. Die was vergroot tot 4,4 liter en ontwikkelde 320 pk. Dat ging gepaard met een ongeëvenaarde soundtrack en een handgeschakelde vijfversnellingsbak. Ferrari verraste echter door voor de achteras een hydropneumatische ophanging te kiezen die voor een constante hoogte zorgde.

20200206100217fer2.jpg

De 365 GT 2+2 is gemakkelijk om mee te leven dankzij stuurbekrachtiging, een V12 boordevol koppel en airconditioning, maar wordt toch gemeden. De 250.000 euro die je moet neertellen voor een exemplaar in goede staat is klein bier in vergelijking met de bedragen die worden neergeteld voor andere Ferrari’s uit zijn tijd. Als je nochtans kijkt naar zijn interieurstijl, zijn koetswerkdesign en zijn motorarchitectuur (enkele bovenliggende nokkenassen), dan is dit wel de laatste klassieke Ferrari. Bovendien is het een heel zeldzaam model, want er zijn er slechts 800 van gemaakt.