365 GT4 2+2, akt 1
1972. Ferrari vernieuwde zijn traditionele 2+2 en stelde de 365 GT4 2+2 voor. De techniek werd goedgekeurd (4.4-V12 van 340 pk, 4 onafhankelijke wielen, manuele vijfversnellingsbak), maar zijn kleedje kreeg veel kritiek. Volgens de pers van destijds had Pininfarina niet genoeg lef getoond. Hij had de ronde lijnen van het verleden ingeruild voor een veel strakker design, dat de auto beter bij zijn tijd deed aansluiten… Maar daardoor zag je er wel het merk niet meer aan.
400, de auto die puristen op stang joeg
Het echte schandaal kwam echter 4 jaar later. In 1976 stelde Ferrari de evolutie voor van dit model met de 400. De V12 groeide tot 4,8 liter, maar het vermogen bleef identiek en, vooral, hij werd standaard gekoppeld aan een drietrapsautomaat, een première bij Ferrari. Deze bak van GM joeg puristen op stang door zijn gebrek aan sportiviteit. Gelukkig was op aanvraag nog steeds een manuele overbrenging beschikbaar.
400i, nog erger?
In 1979 volgde een tweede schandaal: de V12 ruilde zijn batterij carburatoren in voor een injectie. Een controversiële beslissing, want zij deed een kleine 30 pk verloren gaan en smoorde ook zijn stem. Ferrari had echter geen andere keuze: de dikke motor moest de steeds strengere Amerikaanse uitstootnormen kunnen halen. De 400i werd echter wel een groot succes, met meer dan 1.300 verkochte exemplaren.
412i, afzwaaimodel
In 1985 kwam de laatste evolutie van het model met de 412i. De motor werd nog groter en ontwikkelde opnieuw zijn oorspronkelijke vermogen. Zijn look was echter te braaf en te gedateerd geworden voor zijn tijd. Ferrari had het lastig om deze versie nog te slijten: tot 1989 zijn er iets meer dan 500 van geassembleerd. Goed om weten: de meerderheid van de exemplaren van de 400, de 400i en de 412i werden geleverd met een automatische versnellingsbak. Dat bewijst dat klagende puristen niet altijd klanten zijn… Trouwens, vandaag is in het hele Ferrari-gamma geen enkel model met een manuele versnellingsbak meer te vinden.