Eind jaren 50 wilde Fiat zijn imago verjongen en besliste het om een vrijetijdsauto te bouwen. Daarvoor onderzocht het een nieuwe cabriolet (en een coupé) en vertrouwde het merk het ontwerp toe aan Pininfarina. De koetswerkbouwer nam niet teveel risico’s en koos voor een elegant maar klassiek design. En terecht: vergelijk dit model met een Ferrari 250 GT, een Peugeot 404 of een MGB uit dezelfde tijd…
Twee motoren maar geen een dezelfde
Het model werd in 1959 gelanceerd met een motor uit de Fiat-organenbank: een 1.2 viercilinder. De 63 pk sterke motor zat niet helemaal op zijn plaats onder de kap van deze elegante machine: hij miste vermogen. Voor veeleisende klanten bood Fiat een beter alternatief, een 1.5 viercilinder van 90 pk. Die motor kwam niet van het merk zelf, maar van Osca. Dat was een bedrijf van de broers Maserati nadat ze hun merk eind jaren 30 aan de familie Orsi verkochten.
In 1963 was het tijd voor de onvermijdelijke facelift. Het radiatorrooster werd groter en gaf de auto een nog klassiekere look. Niets dan goed nieuws onder de motorkap: de 1.2 maakte plaats voor een 1.5 viercilinder van Fiat-origine. De motor had geen connectie met de Osca-motor, en was een levendig blok van 80 pk. De Osca-topversie groeide tot 1,6 liter en het vermogen steeg tot 100 pk. Dat was de meest geslaagde versie van het gamma: de 1600S. In 1965 kreeg de versnellingsbak een vijfde versnelling. Maar dat was meteen ook de zwanenzang: in 1966 ruimde dit model plaats voor de 124 Spider.
Vandaag
De eerste uitdaging is om een exemplaar in goede staat te vinden. Het model is bijzonder zeldzaam bij ons, dus moet je voor je zoektocht uitwijken naar Italië. Maar welke versie kies je het best? Met de 1.2 is de Fiat te zwak om te overtuigen. De 1.5 die vanaf 1963 werd geproduceerd is veel levendiger. Bij de Osca-motoren is de 1.6 te verkiezen boven de 1.5.
Hoeveel kost hij?
Reken op ongeveer € 25.000 voor een model in goede staat, € 30.000 voor een vlekkeloos exemplaar en € 40.000 voor een prestigieuze 1600S. Zoals elke Italiaan uit die tijd houdt de Fiat Cabriolet van roest. Check zeker de staat van de assen, en de speling op het stuur. Het goede nieuws: de afwerking van dit model is beter dan die van zijn opvolgers.
Fiat of Osca?
Kies je voor een Fiat-motor, dan zit je gerust: de motor is stevig en onderdelen zijn betaalbaar. Heeft de motor van de gebroeders Maserati je interesse gewekt, dan geldt het omgekeerde. De onderdelen zijn zeldzaam en duur en hij moet geregeld worden afgesteld door specialisten. Wij zouden gaan voor de 1.5 van Fiat…