Sportieve Renaults dragen nu al enkele jaren het “RS”-logo. Dat straalt heel wat uit, maar niet hetzelfde als een “Williams”-opschrift. In 1993 wedde Renault op meerdere paarden: met het logo verwees het naar zijn activiteit als motorleverancier in de Formule 1, en tegelijk diende het model als homologatiemodel van een rallybommetje in de Groep A en N.
Wijzigingen
Esthetisch zijn er niet zoveel wijzigingen, maar er zijn er wel genoeg opmerkelijke: vergulde velgen, een 2.0-logo op de zijdelingse beschermstrips, enkele “Williams”-logo’s en uiteraard een specifieke “bleu sport”-koetswerkkleur. In het interieur blijven de wijzigingen ook beperkt, met blauwe tellerpartijen, een “W” op de zetels en voor de eerste versies een genummerd plaatje.
Onder de motorkap veranderde er meer: Renault plaatste een tweeliter viercilinder in het vooronder, die 150 pk produceerde bij 6.100 tpm en 175 Nm bij 4.500 tpm. De versnellingsbak werd verstevigd om deze extra cavalerie onder controle te houden, en de assen kregen een specifiek ophanging, een breder spoor vooraan en stevige antirolbeugels.
Onderweg
De Clio Williams was een van de meest nerveuze sprintbommetjes uit zijn tijd: de kilometer vanuit stilstand duurde 29 seconden, de topsnelheid lag op 216 km/u en 0-100 km/u duurde minder dan 8 seconden. Alles ging gepaard met een gezond, dynamisch weggedrag, dat desgewenst speels was wanneer je de voet van het gas haalde.
Succes
Met zulke stamboom en zulke capaciteiten sprongen de klanten natuurlijk als gek op de Williams. Renault moest bij de 2.500 oorspronkelijk voorziene exemplaren nog bijna 3.000 exemplaren bijdoen om aan de vraag te kunnen beantwoorden. Dat was de eerste reeks, die allemaal een genummerd plaatje kregen. In 1994 kreeg de Clio Williams net als de gewone Clio een facelift. De productie duurde tot 1996, maar de Williams verloor zijn genummerd plaatje. Uiteindelijk werden er ongeveer 12.000 exemplaren geproduceerd.
Vandaag
Met zulke productieaantallen is de Clio Williams niet moeilijk te vinden. De genummerde exemplaren zijn uiteraard het meest gegeerd. Reken op ongeveer € 12.000 voor een model in goede staat. Een gefacelifte versie kost ongeveer € 10.000. Zoek je een vlekkeloos exemplaar, dan moet je diep in de geldbuidel tasten: sommige exemplaren gaan voor bijna € 30.000!
De motor van de Clio Williams is betrouwbaar en zorgt voor weinig problemen als je hem netjes warmrijdt en nauwkeurig onderhoudt. Het olieverbruik kan verrassen, maar is pas verontrustend als het de spuigaten uitloopt. De verstevigde vijfversnellingsbak lijkt het minder lang vol te houden dan de motor. Tot slot is de Clio Williams net als andere Clio’s niet ongevoelig voor roest: kijk de wielkasten en de omlijsting van de achterruit goed na. Onderdelen zorgen voor weinig problemen, maar specifieke accessoires worden steeds moeilijker te vinden.