Het verkeer raakt steeds vaker in de knoop, en waarschijnlijk verlies je alsmaar meer tijd door de ellenlange files. Daar wil de regering dringend iets aan doen. Vorig jaar werd ‘Cash for Car’ ingevoerd (ook wel de mobiliteitsvergoeding genoemd) om zoveel mogelijk bedrijfswagens van de baan te halen. Dat blijkt niet zo eenvoudig: slechts 65 op 100.000 auto’s werden ingeruild voor een som geld. Daarom komt er binnenkort iets nieuws: het mobiliteitsbudget. Maar wat is wat precies?

‘Cash for Car’

Met ‘Cash for Car’ kun je als werknemer je bedrijfswagen inruilen voor een maandelijks geldbedrag. Die som wordt net zo voordelig belast als de auto die je van je werkgever krijgt. Klinkt veelbelovend, maar er zitten een paar addertjes onder het gras:

  • Niet alle werkgevers zijn mee met het verhaal van ‘Cash for Car’. Het kan dus zijn dat je werkgever helemaal niet wilt dat je je bedrijfswagen omruilt. Als je de optie overweegt, hou er dan rekening mee dat je in de voorbije drie jaar minstens twaalf maanden een bedrijfswagen gehad moet hebben.
  • Als je van ver moet komen, is dat maandelijkse bedrag wellicht de minst voordelige keuze. Met ‘Cash for Car’ heb je namelijk geen recht meer op een tussenkomst voor woon-werkverkeer. Dus als je ver woont, dan is de vergoeding waarschijnlijk niet genoeg om al je reiskosten te dekken. Krijg je wel een vergoeding? Hou er dan rekening mee dat het gezien wordt als loon, en je belastbaar inkomen daardoor dus stijgt.
  • Het bedrag ligt vast, dus als je een promotie krijgt waarbij een grotere en duurdere bedrijfswagen hoort, dan stijgt je vergoeding niet.

De mobiliteitsvergoeding is wel een goede maatregel voor mensen die hun bedrijfswagen weinig gebruiken. Als je bijvoorbeeld niet ver van je werk woont, of wanneer je je wagen niet nodig hebt om je job te doen. Ook voor gezinnen waar al twee bedrijfswagens in de garage staan, is de geldoptie interessant. Al helemaal als je als gezin perfect met één auto kunt leven.

Auto’s kosten geld

Het belangrijkste bij ‘Cash for Car’ is weten hoeveel je bedrijfswagen je oplevert, en hoeveel geld je ervoor in de plaats krijgt. Als je kiest om je bedrijfswagen in te leveren, dan is de kans groot dat je een nieuwe auto moet kopen. De kosten die daarbij komen kijken – de aankoop, het onderhoud, de verkeersbelasting, de brandstof – heb je met een bedrijfswagen helemaal niet. Hoeveel levert jouw bedrijfswagen je precies op? Met de ‘Cash for Car’-tool van onze collega’s van Jobat weet je het meteen.

Mobiliteitsbudget

Het alternatief voor de mobiliteitsvergoeding is het mobiliteitsbudget. Dat bestaat sinds 1 maart 2019. Daarmee kun je je bedrijfswagen inruilen voor een jaarlijkse som geld waarmee je helemaal zelf je vervoer regelt. In het budget zitten niet alleen de kosten voor de bedrijfswagen zelf, maar ook de brandstofkosten, verzekeringspolis, CO2-bijdrage, … De zogenoemde total cost of ownership dus. Je moet wel kiezen voor duurzaamheid. De opties zijn een elektrische of CO2-arme wagen, een elektrische fiets of een abonnement voor het openbaar vervoer.

Het deel van het budget dat op het einde van het jaar niet opgebruikt wordt, kun je laten uitbetalen. Maar ook dat bedrag krijg je niet zomaar: op het overgebleven bedrag betaal je nog sociale bijdragen. Het mobiliteitsbudget is dus in principe het kleine broertje van de mobiliteitsvergoeding. Al is er één duidelijk verschil: ‘Cash for Car’ bant de bedrijfswagen resoluut, terwijl het mobiliteitsbudget ze toch nog mogelijk maakt.