In een recente studie heeft het WWF de impact van het succes van SUV’s op het milieu geëvalueerd, maar ook op de koopkracht van Franse huishoudens. Waarom heeft het dat gedaan? Volgens de organisatie is de SUV de tweede grootste bron geweest voor de toename van de Franse CO2-uitstoot in de voorbije tien jaar, net na de luchtvaartsector.

Op tien jaar tijd zijn de verkoopcijfers van SUV’s verzevenvoudigd. In 2019 waren ze goed voor meer dan 38 procent van de nieuwe inschrijvingen in Frankrijk, tegenover minder dan 6 in 2009. Deze modellen, die zich van de rest van de automarkt onderscheiden door een koetswerk dat veel weg heeft van dat van een offroader, zijn langer, breder en vooral zwaarder (gemiddeld +250 kilo), maar ook krachtiger (gemiddeld + 26 pk) dan een standaard auto.

Minder SUV’s voor het klimaat

Uit de studie blijkt niet verrassend dat SUV’s meer CO2 uitstoten dan een conventionele wagen, maar ook dat hun ecologische voetafdruk over hun hele levenscyclus groter is. Als er niets wordt ondernomen om de verkoop van SUV’s af te remmen, zal Frankrijk daarom zijn klimaatbeloftes voor 2030 niet kunnen naleven. Dat zorgt voor een forse paradox nu steeds meer Franse autobouwers op SUV’s rekenen om hun verkoopcijfers een duw in de rug te geven.

Maar de ngo keek niet enkel naar de milieu-impact. In een tweede studie heeft het WWF namelijk ook gekeken wat de gevolgen van de SUV-verkoopcijfers zijn op de koopkracht van gezinnen. De organisatie keek daarbij naar de tweedehandsmarkt, die voor 75 procent wordt gekozen door gezinnen met een lager inkomen en waar de komende jaren een stortvloed aan oudere SUV’s zou opduiken. Ook daar is de conclusie ontnuchterend: rijden met een SUV is veel duurder. Een middelgrote SUV kost niet alleen zowat 30 procent meer om aan te kopen, maar in vergelijking met een klassieke auto verbruikt hij ook bijna 20 procent brandstof meer.

Als niets wordt ondernomen om deze trend te keren, zou de golf aan SUV’s op de tweedehandsmarkt het brandstofbudget van gezinnen met een bescheiden inkomen met 13 procent doen stijgen, wat zou neerkomen op zo’n 408 euro per jaar. Volgens het WWF zou die marktverschuiving de sociale verschillen en de ongelijke toegang tot mobiliteit nog vergroten.