Om een antwoord te geven op die vraag boog PWC zich over de situatie in Duitsland. Door heel wat gegevens te verzamelen, konden ze concrete resultaten opmaken. De balans is duidelijk: van de productie tot het moment dat ze de wielen doen draaien, zijn batterijen het interessantst.

Het begint slecht… 

Synthetische brandstoffen zijn van bij de start de verliezer… Het kost immers heel wat energie om ze te produceren! Als alle Duitse auto’s op deze manier aangedreven zouden worden, zouden er 200.000 bijkomende windmolens nodig zijn! En die zouden dan enkel gebruikt worden om synthetische brandstof te produceren.

Van 300 tot bijna 1.400 miljard euro! 

Het gaat niet enkel om energie opwekken, je moet die energie ook nog tot bij de auto krijgen. Ook op het vlak van infrastructuur zijn synthetische brandstoffen de verliezer en batterijen de grote winnaar! PWC berekende dat er 301 miljard euro nodig is om de nodige laadpalen te plaatsen om het wagenpark op te laden. Voor waterstofstations moet je rekenen op 479 miljard euro! Bij synthetische brandstoffen tenslotte, is er 1371 miljard euro nodig om de infrastructuur te bouwen.

Overwinning voor batterijenook hier… 

Het rendement van batterijen is ook beter. Volgens PWC zou, om 1 werkelijk in de auto bruikbare kWh te genereren, maar 1,4 kWh nodig zijn bij het gebruik van batterijen. In het geval van waterstof kost elke kWh die tot bij de wielen geraakt, zowat 1,8 kWh. Bij synthetische brandstoffen is de balans opnieuw catastrofaal. Er is 6 keer meer energie nodig dan bij het gebruik van batterijen!

Komt waterstof terug

Het enige vlak waarop waterstof bijna kan overtuigen, is bij de kilometerkostprijs. PWC berekende een prijsvork van 5 tot 7 euro per 100 km voor voertuigen met batterijen, 7 tot 11 euro voor waterstof en 18 tot 26 voor synthetische brandstoffen. Volgens dezelfde berekening kost een verbrandingsmotor vandaag tussen de 7 en 12 euro per 100 km. Er is dus geen twijfel mogelijk: ja, batterijen zijn de toekomst...

?