Voor veel automobilisten is de Mont-Blanctunnel een vreselijk obstakel. Met zijn enkele buis van 12 kilometer lang is hij een van de langste wegentunnels ter wereld. Omdat het verkeer er in twee richtingen rijdt zonder fysieke middenberm vinden veel bestuurders hem eng. Bovendien wordt hij veel gebruikt waardoor er vaak files staan en kost een doorrit liefst 46,5 euro, nadat je al 50 euro aan péage hebt betaald als je er vanuit België of Luxemburg naartoe rijdt. De rit door de tunnel is dus duur en vervelend.

Het alternatief heet Bernard

Eind 2017 hebben Zwitserland en Italië na maandenlange werken de Grand-Saint-Bernardtunnel heropend, die het Zwitserse Bourg-Saint-Pierre en Valais in Saint-Rhémy-en-Bosses verbindt met de Italiaanse Aostevallei. Deze tunnel werd ingewijd in 1964 en was de eerste Trans-Alpijnse wegverbinding die het hele jaar door open was. In 1965 volgde al de opening van de Mont-Blanctunnel.

De Grand-Saint-Bernardtunnel is 5,8 kilometer lang. Je bent er dus in 5 minuutjes door en het is er veel minder druk dan in zijn Frans-Italiaanse concurrent. Door zijn minder grote lengte is hij ook minder duur: 26,90 euro voor een enkele rit (een retourkaartje kost 43,10 euro). Door bovendien via Zwitserland te gaan in plaats van via Frankrijk bespaar je flink wat geld omdat een Zwitsers snelwegvignet (37 euro) een heel jaar lang geldig is.

Als je vanuit België door Luxemburg gaat, rij je tot Nancy (waarbij je nergens péage betaalt). Daar sla je af richting Saint-Dié-des-Vosges en vervolgens naar Freiburg-im-Breisgau in Duitsland. Van daar gaat het richting Basel en rij je Zwitersland door tot Bourg-Saint-Pierre. Je wint er tijd en geld mee terwijl je bovendien niet de stress van een eindeloos lange tunnel moet doormaken. Deze tip geldt uiteraard ook voor wie uit Italië terugkeert.