De 24-uursrace van Le Mans behoeft eigenlijk geen introductie. Het is een van de, of misschen wel dé meest legendarische autorace ter wereld die al 101 jaar wordt gehouden – met in de jaren 1940 even een pauze voor een ander soort strijd. Wij waren er weer bij dit jaar, voor een editie die waarschijnlijk meteen al bij de klassiekers kan worden opgenomen. Zoals we al vermoedden in onze voorbeschouwing, waren alle ingrediënten dan ook aanwezig voor een spectaculaire race. Dit is wat ons het meeste is bijgebleven.

1. De briljante strategie van Ferrari

Hoewel Porsche op voorhand de favoriet was dankzij een sterk seizoen tot nu toe in het uithoudingskampioenschap (WEC) én de Hyperpole van Kevin Estre, werd het gedurende de race steeds duidelijker dat het een tweestrijd zou worden tussen Ferrari en Toyota. De Italianen hadden een snelle auto, maar leken tijd te verliezen in de pits en hadden ook te maken met verschillende incidenten – niet in het minst de deur van raceleider Nielsen (#50) die openging in de slotfase van de race. Hij moest dus pitten om de deur te kunnen sluiten, waarbij de Italianen ervoor kozen om zo weinig mogelijk brandstof (of “energie” in tijden van decarbonisering) in de auto te gieten om tijd te besparen. Een gewaagde gok, maar uiteindelijk wist de jonge Deen met 14 seconden voorsprong de finish te halen. Ferrari wint zo twee jaar op een rij!

2. Teleurstelling bij Toyota

Het enthousiasme was echter ver te zoeken bij Toyota, bij wie wij de race mochten meevolgen. Het gastenverblijf net aan de laatste chicanes zat vol met tientallen medewerkers van de Japanse constructeur, en toch was het muisstil in de laatste 2 uur van de race – iedereen zat vol spanning te kijken naar de televisies en de onboards van beide wagens. Het besef dat de race verloren was, kwam toen Hartley (#8), die de race leek te kunnen winnen, aangetikt werd door een van de Ferrari’s en vijf plaatsen terugviel. De uiteindelijke tweede plaats voor #7 werd dan ook niet gevierd. Een applaus voor de auto’s tijdens de afkoelronde, inpakken en wegwezen. Volgende keer beter.

3. Peugeot blijft achter, Alpine blaast op

Met negen constructeurs bij de Hypercars is het logisch dat niet elk merk aan de top kon meestrijden. Peugeot loopt echter al een paar jaar te slabakken met zijn 9X8, die voor 2024 een grote upgrade kreeg in Imola. De verwachtingen waren er wel, maar beide Hypercars konden het tempo niet aan en eindigden zelfs buiten de top 10. Maar het kan altijd erger, vraag maar aan Alpine. Het merk had groots ingezet op zijn comeback in de topklasse van Le Mans en stelde er niet enkel zijn A290 voor, maar ook zijn Alpenglow-waterstofracer met Zinedine Zidane achter het stuur, en een hele expo gewijd aan het merk in het museum. Na amper vijf uur racetijd blies de #35 echter zijn motor op voor onze ogen in de Indianapolis-sectie, waarna de #36 het ook opgaf en de pits inreed. Over en uit nog voor de zon onderging.

4. Haat-liefdeverhouding met de safety car

Een van de redenen waarom het zo’n spannende race was dit jaar, afgezien van de goedgevulde Hypercar-klasse, was de regelmatige interventie van de safety car (of safety cars, want het zijn er meerdere) die het veld weer bij elkaar bracht. Maar dat heeft ook zijn keerzijde. Toen het ’s nachts te hard begon te regenen en de zichtbaarheid in het gedrang kwam, bleven de Porsche 911 Turbo’s maar liefst 3,5 uur voor het veld hangen. Een van de safety cars kwam zelfs zonder benzine te zitten door het lange rijden! We kregen haast flashbacks naar de 24 uur van de Nürburgring, maar gelukkig kon de race ’s ochtends weer worden hervat. Toch zal de raceleiding opnieuw de safetycarregels onder de loep moeten nemen, want zelfs met de aanpassingen van dit jaar lag de race in totaal bijna 6 uur ‘stil’...

5. De hele stad is betrokken

In tegenstelling tot de Nürburgring, die in het platteland ligt met enkel wat kleine dorpjes in de buurt, is Le Mans een stad van een kleine 150.000 inwoners die betrokken wordt in de rijke traditie van de race. De week voordien vindt de technische controle van alle auto’s plaats in het centrum, en de dag voor de race is er een parade met alle piloten die veelal achterin een klassieker worden voorgesteld aan het publiek. Zelfs de trams (die 24/24 rijden van en naar het circuit!) zijn volledig gehuld in de kleurstelling van de 24-uursrace. Er wordt dus veel belang gehecht aan het jaarlijkse evenement, waarvan de impact duidelijk voelbaar is voor de lokale bevolking: maar liefst 329.000 bezoekers zijn dit jaar neergestreken op La Sarthe!