1. Gebarenbediening
Populair bij premiummerken: een handbeweging voor de middenconsole om het volume van je radio luider of stiller zetten of een zwaai voor de achteruitkijkspiegel om de zonnewering van je panoramadak te openen of te sluiten. In de praktijk: leuk om één keer te demonstreren voor vrienden, maar meestal kies je voor de volumeknop op het stuur of die ene knop die je blindelings weet staan.
2. Parfumering
Nog een klassieker bij de premiummerken: een geparfumeerd en geïoniseerd interieur. Een aangenaam geurend interieur met hoge luchtkwaliteit, maar de flacon moet je uiteraard regelmatig door een nieuw, prijzig exemplaar vervangen, en daarvoor krijg je een melding op je dashboard. En tenzij je regelmatig vaststaat in een tunnel, zien we weinig meerwaarde in de ionisatie van je interieur.
3. Sfeerverlichting
Pas de sfeer aan boord van je auto aan je humeur aan. Kies voor opwekkende, frisse kleuren of voor zachte, warme tinten. Kies uit tien tot vijftien verschillende kleuren, soms passend, soms vloekend. Meestal maak je maar één keuze en voel je daarna nooit nog de behoefte om die te veranderen. Valt eigenlijk ook alleen maar op in het donker, wanneer je liever op de weg let dan op je blauw verlichte voeten.
4. Automatisch openende koffer met voetbediening
Het idee is niet gek: heb je je handen vol als je aan je auto komt, en steekt je autosleutel in je zak, dan hoef je gewoon met je voet onder de achterbumper te zwaaien om je koffer automatisch te openen. In de praktijk hebben de meeste merken een soort beveiliging ingebouwd (zodat je auto een weglopende kat onder de sensor niet beschouwt als een voetzwaai) waardoor je twee keer moet zwaaien. Geen evidentie trouwens, om met je handen vol enkele seconden op één been te balanceren.
5. Integratie van Facebook en Twitter
Smartphone-integratie is een handige optie: je kunt naar muziek op je smartphone luisteren via het infotainmentscherm van je auto of de navigatie-app van je telefoon op je autoscherm weergeven zonder dat je je telefoon hoeft vast te nemen. Maar bij sommige merken kan je met een gekoppelde smartphone via het infotainmentscherm op Facebook en Twitter. Leidt alleen nog meer de aandacht van de weg af, als je het ons vraagt.
6. Schakelpeddels
Wie een sportieve auto met automatische versnellingsbak koopt, genre Audi RS5, BMW M4 of Mercedes-AMG C 63, combineert graag het beste van beide werelden: bliksemsnelle schakeltijden van de automaat en het gevoel zelf het heft in handen te nemen. Maar schakelpeddels zijn er ook in heel wat minder sportieve auto’s met minder sportieve versnellingsbakken, zoals een CVT. Dan blijk je die in de praktijk nooit te gebruiken.
7. Rijmodi
Een knop om tussen verschillende rijmodi als Sport, Comfort en Eco te schakelen heeft zijn meerwaarde wanneer de modi duidelijk van elkaar verschillen en bijvoorbeeld ook de schokdemping steviger of soepeler maken. Maar er zijn heel wat merken bij wie de sportieve stand alleen de respons op het gaspedaal onaangenaam nerveus maakt en het motorgeluid kunstmatig versterkt. Of een eco-stand die het gas onnodig hard afsnijdt, waardoor je amper snelheid kunt maken aan de verkeerslichten.
8. Dubbele uitlaat
Een stokpaardje van de moderne auto-ontwerper: een achterbumper met een grote, dubbele uitlaat, een links en een rechts. Vaak is een van de twee niet eens functioneel maar louter visueel, en hebben de uitlaatpijpen een ovalen, rechthoekige of trapeziumvorm. Als je goed kijkt, zie je de eigenlijke, doodnormale uitlaat ook gewoon nog doorschemeren in het sierstuk.
9. Te grote velgen
Zeker, het vult je wielkasten mooi, en de grootte van moderne auto’s maakt van 19-duimsvelgen geen uitzondering meer. Maar 20- of 21-duimsvelgen onder je berline mogen dan wel stoer ogen, je rijcomfort lijdt er gegarandeerd onder. Niet alleen qua schokdemping, maar ook qua rolgeluiden. Ten slotte ligt je verbruik vaak hoger met een grotere velgmaat.
10. Afgeplat sportstuur
Een idee uit de racerij, waar het stuur soms zo laag staat dat het tegen de benen van de racepiloot aankomt. Door de onderkant af te platten, geeft dat de racepiloot iets meer bewegingsruimte. In een gewone auto biedt het behalve het visuele aspect geen meerwaarde. Integendeel zelfs: wanneer je met een correcte stuurtechniek je handen moet verplaatsen bij een draaibeweging, is het alleen maar hinderlijk.