Aston Martin levert samen met Mercedes de pace car en safety car voor het Formule 1-kampioenschap. De ideale manier om de auto’s van het merk te positioneren in een wereld die bekend staat om snelheid, exclusiviteit en hightech auto’s. Bovendien zorgt het ervoor dat het Britse merk ook toegang krijgt tot F1 circuits om zijn producten te promoten, zoals de Valkyrie AMR in Bahrein. Maar na dit weekend bekijkt Aston Martin het partnership misschien licht anders…
Liever Mercedes
In de Grote Prijs van Australië van afgelopen weekend moest de Aston Martin Vantage safety car weer uitrukken. Bernd Mayländer ging twee keer de baan op met de 528 pk sterke twin-turbo V8 van de F1 Edition van de Vantage. Maar na de race klonk er bij verschillende piloten kritiek, niet in het minst bij Max Verstappen, die zelden een blad voor de mond neemt. De Nederlander vond de Vantage traag als een schildpad. Piloten zijn zelden blij achter een safety car, maar Verstappen maakte ook de vergelijking met de safety car die Mercedes tijdens de eerste twee races van dit jaar inzette. Die 730 pk sterke Mercedes-AMG GT Black Series (met nota bene hetzelfde motorblok als de Aston) is volgens hem veel sneller en heeft veel meer grip.
Ook de Monegask Charles Leclerc, die de GP van Australië won, deed zijn beklag omdat ook hij moeilijkheden had om achter de pace car de temperatuur in zijn banden te houden. “Eerlijk gezegd wilde ik mijn beklag doen, maar toen zag ik hoe zeer de safety car uitbrak in de bochten en ik denk niet dat hij nog sneller kon gaan, dus wilde ik niet teveel druk leggen,” aldus Leclerc.
Geen al te beste beurt voor Aston Martin dus. Misschien de volgende keer toch maar de nieuwe V12-versie van de Vantage inzetten?