Na de facelift van de ‘klassieke’ Clubman is dit de sportieve John Cooper Works. Dat model krijgt de nieuwe cosmetica van de rest van de familie, zoals nieuwe led-koplampen vooraan en Union Jack-achterlichten. Onder de motorkap werd de 2.0 viercilinder turbo grondig herwerkt. Hij wint maar liefst 75 pk, door een nieuwe turbo, geoptimaliseerde koeling en een specifieke sportuitlaat. Het vermogen bedraagt nu 306 pk, het koppel 450 Nm, een toename van 28 procent tegenover de vorige generatie.
Dat vermogen wordt via een achttrapsautomaat en Mini’s ALL4-vierwielaandrijving aan de grond gezet. Een mechanisch sperdifferentieel tussen de voorwielen moet alles bij een sportieve rijstijl beter op het asfalt overbrengen. 100 km/u wordt gehaald in 4,9 seconden, de topsnelheid is elektronisch begrensd op 250 km/u, een primeur voor een Mini.
De John Cooper Works-behandeling valt niet alleen de Clubman te beurt, maar ook de Countryman. De Countryman John Cooper Works heeft dezelfde aandrijflijn maar weegt iets meer. 0-100 km/u duurt hier 5,1 seconden. Ook hier is de topsnelheid begrensd op 250 km/u.
Aangepast chassis
Mini nam uiteraard geen genoegen met alleen maar een vermogensupgrade. De nieuwe John Cooper Works-modellen krijgen krachtigere remmen en een herwerkte ophanging. Een adaptieve ophanging met elektronisch regelbare dempers is optioneel. Standaard voorziet Mini navigatie, een achteruitrijcamera, parkeersensoren rondom en 18-duimsvelgen. De Mini Countryman JCW heeft een koffer die standaard elektronisch opent en sluit, de Mini Clubman JCW heeft dan weer de nieuwe matrix-led-koplampen standaard.