De kogel is door de kerk: het sportwagenmerk Alpine keert terug! Eigenaar Renault slaat hiervoor de handen in elkaar met het Britse Caterham.
Dat Alpine terugkeert, is geen grote verrassing. Renault koestert die plannen al enkele jaren en toonde in mei al een eerste prototype, de Alpine A110-50 (zie foto’s), tijdens de Grote Prijs Formule 1 van Monaco. Verrassender is de keuze voor het kleine Caterham, bekend van de gekloonde Lotus-sportwagen Seven, als partner. Renault levert vandaag al motoren aan het Caterham-team in de Formule 1, maar de samenwerking voor Alpine is van een heel andere orde.
Dieppe
Vandaag is Alpine nog 100 procent eigendom van Renault. In januari 2013 richten Renault en Caterham The Société des Automobiles Alpine Caterham op, voor 50 procent in handen van beide partners. Het nieuwe bedrijf gebruikt de Renault-fabriek in Dieppe, al sinds 1969 het historische hart van Alpine, als thuisbasis.
Renault en Caterham zullen er verschillende modellen samen produceren en onder afzonderlijke merknamen op markt brengen. Volgens Bernard Ollivier, die aangesteld werd om de joint venture te leiden, gaat het om een productie van “enkele duizenden exemplaren per jaar”, maar hij blijft voorzichtig “door de moeilijke economische situatie”. De prijs van de nieuwe Alpine zou “redelijk” zijn en niet van het niveau van McLaren of Ferrari bijvoorbeeld. Caterham wil uit de samenwerking een nieuw model halen om de huidige Seven-modellen aan te vullen, die in productie blijven in het Verenigd Koninkrijk.
Drie tot vier jaar
“Onze ambitie om Alpine opnieuw tot leven te wekken, hing af van het feit of we een partner konden vinden om de economische haalbaarheid van zo’n avontuur te verzekeren. Van bij de start wilden we de fabriek in Dieppe in het hart van het project plaatsen”, zegt Carlos Tavares, COO van Renault. “Door het partnerschap met de Caterham Group komen we in een nieuwe fase: een auto ontwerpen die de essentie van Alpine belichaamt, een auto die de sportieve passie oprakelt. Die kan realiteit zijn binnen drie à vier jaar.”