1. Michaël Schumacher (Duitsland, 1969 - ): 7 titels
1994 (Benetton-Ford), 1995 (Benetton-Renault), 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 (Ferrari)
2. Juan Manuel Fangio (Argentinië, 1911 – 1995): 5 titels
1951 (Alfa Romeo), 1954 (Maserati/Mercedes-Benz), 1955 (Mercedes-Benz), 1956 (Ferrari) en 1957 (Maserati)
3. Sebastian Vettel (Duitsland, 1987 - ): 4 titels
2010, 2011, 2012, 2013 (Red Bull-Renault)
3. (ex aequo) Alain Prost (Frankrijk, 1955 - ): 4 titels
1985, 1986 (McLaren-Tag Porsche), 1989 (McLaren-Honda) en 1993 (Williams-Renault)
5. Ayrton Senna (Brazilië, 1960 – 1994): 3 titels
1988, 1990 en 1991 (McLaren-Honda)
5. (ex aequo) Nelson Piquet (Brazilië, 1952 - ): 3 titels
1981 (Brabham-Ford), 1983 (Brabham-BMW) en 1987 (Williams-Honda)
5. (ex aequo) Niki Lauda (Oostenrijk, 1949 - ): 3 titels
1975, 1977 (Ferrari) en 1984 (McLaren-Tag Porsche)
5. (ex aequo) Jack Brabham (Australië, 1926 – 2014): 3 titels
1959, 1960 (Cooper-Climax) en 1966 (Brabham-Repco)
5. (ex aequo) Jackie Stewart (Groot-Brittannië, 1939 - ): 3 titels
1969 (Matra-Ford), 1971 en 1973 (Tyrrell-Ford)
5. (ex aequo) Lewis Hamilton (Groot-Brittannië, 1985 - ): 3 titels
2008 (McLaren-Mercedes), 2014 en 2015 (Mercedes)