Een conceptmodel is een soort testbank die autofabrikanten gebruiken om de reactie van het publiek te peilen, voor de stijl of nieuwe technologieën. Tegenwoordig is het heel gewoon. Maar in de jaren dertig van de vorige eeuw bestond dat soort gereedschap niet. Tenminste: tot Harley Earl…
Ontstaan
Harley Earl, die in die tijd aan het hoofd stond van de ontwerpafdeling van General Motors, wilde een revolutie in de auto-industrie teweegbrengen. In een tijdperk waarin auto's hoog, luidruchtig en massief waren, droomde hij van een lange, brede, krachtige en elegante auto. Op het chassis van een Buick Super uit 1937 installeerde zijn team een carrosserie met rondingen, met zuivere en aerodynamische lijnen.
Technologische vooruitgang
Met succes. De stijlelementen van deze Y-Job vielen zo in de smaak dat Buick ze tot in de jaren vijftig zou blijven gebruiken op zijn productiemodellen. Deze cabriolet had trouwens niet alleen een mooi gezicht. Hij was uitgerust met verborgen koplampen, elektrische ruiten en zelfs vlakke deurklinken. Eenmaal neergeklapt was de stoffen kap ook ondergebracht in een speciaal compartiment achter de passagiers. Een prestatie voor die tijd.
Stille kracht
Voor de motor had Earl besloten om de grote achtcilinder-in-lijn over te nemen die de Buicks van die tijd aandreef. Maar voor zijn concept had hij toch besloten om de compressieverhouding te verlagen. Het resultaat was een iets minder krachtige motor, die wel flexibeler en stiller was. De Amerikaanse designlegende hield zo veel van zijn creatie dat hij er jarenlang zijn persoonlijke auto van had gemaakt.