Eind jaren 80 daalde er een grote retrobeweging over de Japanse designbureaus neer. Op het salon van Tokio in 1989 stelde Nissan een verrassende, pastelkleurige conceptcar voor met wit interieur. Die deed meteen denken aan de auto’s uit de jaren 50. Kenners merken wellicht sporen van de Goggomobil en de Vespa 400 op.

8.000? Niet genoeg…

Na lovende reacties van het publiek besloot Nissan om zijn kleine Figaro in productie te brengen. In 1991 werd er een productie van 8.000 exemplaren voorzien. Maar dat was niet voldoende: de vraag bleef immers, en Nissan deed er nog 12.000 exemplaren extra bovenop. Het totaal: 20.000 stuks. Dat was nog niet voldoende, waardoor Nissan een soort loterij organiseerde waarbij de winnaars de auto konden kopen. Heuse Ferrari-praktijken…

Alles voor de looks?

Het was uiteraard vooral het design dat wist te verleiden, met een grappige snoet en heel wat golvende lijnen. Het interieur ontgoochelde ook niet, met een groot wit driespakig stuur, tellers met een witte achtergrond en kleine verzorgde bedieningsorganen. De Figaro kwam bovendien standaard met een enorm openend dak. Ook aan uitrusting ontbrak het hem niet: klimaatregeling, elektrische ruiten, een radio-cd-speler, lederen zetels,…

Motoren

De basis van deze auto (3,74 meter lang en 1,63 meter breed) was bekend het ging om een Micra-platform. Ook de motoren kwamen van de kleine stadswagen: de éénliter viercilinder benzinemotor kreeg weliswaar een turbo om 74 pk te produceren. Een (standaard) drietrapsautomaat deed echter wat afbruek aan de motor, maar de Japanner kon op de weg nog aardig mee.

Vandaag

De Figaro kwam alleen in Japan in de showrooms, en heel wat Europeanen waren jaloers. Daarom is het niet onmogelijk om er een in de zoekertjes terug te vinden. Beter zo dan hem zelf in Japan te gaan halen. Want naast invoerproblemen riskeer je ook homologatie-issues. Beter dat iemand dat werk al voor je gedaan heeft. Een exemplaar met het stuur rechts is dus onvermijdelijk. Reken op € 8.000 tot € 12.000.