Het Australische bedrijf Airspeeder wil een nieuw raceklassement opstarten waarbij de ‘wagens’ 4 meter over de grond scheren. De sector van de laag vliegende elektrisch aangedreven personenvoertuigen staat naar verwachting aan de vooravond van een gigantische groei: tegen 2040 zou de markt 1,37 biljoen (of 1.370 miljard) euro waard zijn. Airspeeder hoopt een stukje van die taart naar zich toe te trekken door als eerste een raceklassement te lanceren voor dit soort ‘vliegende auto’s’, zoals ze vaak worden genoemd. Vandaag test het bedrijf met onbemande, autonoom vliegende prototypes, maar de bedoeling is om “binnen afzienbare tijd” met bemande exemplaren te gaan racen. Om te voorkomen dat racers in het heetst van de strijd tegen elkaar knallen, worden de voertuigen uitgerust met botspreventiesystemen. Ze krijgen een batterij van 500 kW die de 250 kilo lichte toestellen een kwartier in de lucht kan houden en die snel kunnen worden ingeruild voor een nieuw exemplaar. De opwaartse stuwkracht komt van 4 elektromotoren met elk 24 kW (32 pk), genoeg voor een topsnelheid van 200 km/u.
In afwachting van wetgeving
De bedoeling van Airspeeder en zijn geldschieters is om het publiek alvast warm te draaien voor dit soort eVTOL-toestellen (voor “electric Vertical Take-Off and Landing”) tot wanneer ze in de praktijk zullen kunnen worden gebruikt. Dit soort drones voor passagiersvervoer ontwikkelen is namelijk één ding, maar er moet ook een wetgevend kader voor komen. Ook de vraag of deze vliegende auto’s best door een mens of door een autonoom systeem worden bestuurd, moet nog worden beantwoord. Airspeeder spiegelt zich aan het Formule-E. Dat bestaat al 10 jaar, dus van voor de lancering van de Tesla Model S, en heeft de wereld helpen wennen aan elektrische aandrijving voor auto’s. Datzelfde wil Airspeeder gaan betekenen voor de eVTOL-sector.