Ondanks zijn look, is de Carver One wel degelijk een auto. Al lijkt de romp wel een beetje op dat van een straaljager. Nochtans zit er binnenin deze Carver One een stuur, versnellingspook, drie pedalen en een handrem. Maar het meest indrukwekkende is zijn houding bij het nemen van bochten. Dit voertuig neemt zijn bochten als een motorfiets, en kan tot 45° schuin gaan hangen. Dit werd mogelijk gemaakt door het gebruik van het hydromechanische DVC™ (Dynamic Vehicle Control) systeem, dit systeem past de hoek van de cockpit aan de snelheid van het voertuig aan. Het systeem werkt ook in op de hoek van het voorwiel om een zo goed mogelijk evenwicht te verkrijgen bij het nemen van een bocht. Scholing De Carver One vraagt om wat aanpassing. Een ritje met de vertegenwoordiger van de invoerder is zeker niet overbodig, misschien wel verplicht. “Het is belangrijk om het stuur nooit los te laten. Je moet er op duwen om te draaien. Het is verboden om het stuur tussen de handen te laten glijden. Tot slot, stuur nooit hevig tegen bij het nemen van een bocht, doe het rustig en neem gewoon wat gas terug.” Als dat wel gebeurt, dan loopt men het risico dat de draagarm van het voorwiel gewoon afknapt. Go Eindelijk kunnen we de Carver alleen aan. Een tweezitter in tandem vorm waar de ene achter de andere zit. Onnodig te vermelden dat het comfort niet het sterkste punt is. Al is de inschrijving en de verzekering die van een motorfiets, is een B rijbewijs voldoende. We houden dus stevig het stuur vast, zetten hem in achteruit aan 10km/u, en merken op dat de romp netjes rechtop blijft. Om aan het zaakje gewoon te raken beginnen we met een mooie rechte lijn. Dan komt de eerste bocht eraan. En als bij wonder gaat de romp nu enkele graden scheef hangen. Rondpunt Dan komt er een rond punt… Een plaats waar je een beetje heen en weer geslingerd wordt. De cockpit komt tot drie keer toe scheef te hangen. Ook moet er rekening gehouden worden met de lijn die je neemt. Het wordt snel duidelijk dat het niet zo eenvoudig is om vanaf het begin een perfecte bocht te nemen. De manier waarop de cockpit komt scheef te hangen is verwarrend, en je houdt dit best in het oog. Om dat iets gemakkelijk te maken is hij uitgerust met oranje en rode lichtjes om de hellingsgraad aan te geven. Als het rode licht oplicht zitten we kort bij de maximale hellingsgraad. Niets is duidelijker, aan deze “auto” moet je gewoon geraken. We hebben deze machine op het droog kunnen testen, maar ook op een nat wegdek, dit bleek uiteindelijk een heel delicate oefening te worden. Anti-regen Op een nat wegdek wordt het besturen van deze Carver moeilijk. Hij is daar duidelijk niet voor gemaakt. Het voorwiel is er absoluut geen fan van, en het vermogen dat via de achterwielen op het wegdek terecht komt moet in bedwang gehouden worden. Niet voor iedereen weggelegd dus. Daar komt bij dat het ventilatiesysteem niet uiterst efficiënt is, en al snel wordt de zichtbaarheid ook belemmerd. Het besluit licht vast, de Carver One is slechts een ontspanningsvoertuig. Daar houdt het mee op. Kleine kubus Tussen de twee achterwielen zit een viercilinder met een cilinderinhoud van 659 cm² en 68 pk, voor een totaal gewicht van 670 kg. De acceleraties zijn aangenaam met een sprint van 0 tot 100 km/u dat in 8.2 seconden wordt afgewerkt. De topsnelheid is goed voor 185 km/u. De houding van de Carver One is opmerkelijk aangenamer bij hoge snelheden, en laat toe om beter van de auto te genieten. Vooral bij het nemen van lange bochten. Nog even herhalen, het nemen van een rondpunt is een nachtmerrie. Carver laat weten dat het gemiddeld verbruik op een gemiddelde van 6 liter uitkomt. Niet praktisch Omdat de Carver One in de eerste plaats voor rijplezier moet zorgen, werd het praktische gedeelte van een auto volledig achterwege gelaten. Het comfort is minimalistisch. Het afstellen van de achteruitkijkspiegels is moeilijk. Het is ook moeilijk om de handrem los te koppelen. Als je met twee in de auto zit kan er geen handtas meer bij. Ook het in en uitstappen is niet gemakkelijk. Kortom, ver van wat gewoon zijn voor een auto. Voor de fans, en wie zich graag laat opmerken, is het succes gegarandeerd. Om die trots waar te maken moet er wel 36.300 € neergeteld worden. Aan die prijs kunnen we het wel een dure gril noemen. Motor of niet Onze motor testrijder, Bruno Wouters, heeft ook een testrit gemaakt. Zijn verdict is het volgende: “ik ben gematigd, hij trekt niet op als een motor, maar aan hogere snelheid wordt het iets leuker, op dat moment krijg je een beetje het gevoel van een tweewieler. Dat houdt niet tegen dat je met deze auto in het verkeer blijft vastzitten als er files zijn. Daarenboven is hij niet zo behendig als een motor.” Niet echt overtuigd dus. Toch gaf de brede lach op het gezicht van onze vriend bij het uitstappen aan dat hij er toch wat plezier aan beleefd had. Het is in elk geval een onvergelijkbare en unieke ervaring. © Lionel Hermans, Eric Spi