De naam Alpine zegt onze jongste lezers misschien weinig, maar roept bij anderen heel wat herinneringen op. Het verhaal begint bij Jean Rédélé, gepassioneerd door autoraces en gebeten door zaken, die een kleine, lichte en controleerbare auto wilde bouwen. Niet toevallig drie kernwoorden die belangrijk zijn in de rallysport. Het startschot wordt gegeven in 1955.

De goede oude tijd

In 1962 presenteert Alpine zijn beroemdste model: de A110. Die staat in het geheugen gegrift door zijn rallysuccessen (Alpine werd wereldkampioen in 1973) en zijn wendbaarheid. Het recept is eenvoudig: koetswerk uit polyester, een balkenchassis en een getunede Renault-motor. De ingrediënten worden weliswaar zorgvuldig gekozen, en het resultaat mag er dan ook zijn. Het vervolg is echter minder glorieus: het merk waagt zich aan meer burgerlijke modellen, maar met een bedenkelijke afwerking. De Duitse concurrentie is onverbiddelijk, het merk wordt in 1973 door Renault opgekocht en doet de boeken dicht in 1995.

Terugkeer

In 2012 kondigt het merk zijn terugkeer aan. Er zijn gesprekken met Caterham, die al snel gevolgd worden door een scheiding en de beslissing om 100% zelfstandig te gaan. Nu kijken we naar het resultaat, en dat mag er wezen: de nieuwe generatie A110 neemt in grote lijnen het silhouet van zijn voorganger over. De Fransman ziet er evenwichtig uit, zijn koetswerk gespierd en zijn koplampen, daklijn en motorkap nostalgisch. De X-vormige achterlichten zijn dan weer hypermodern.

Drie kernwoorden

Licht, compact en dynamisch. Dat zijn de drie kernwoorden die het merk vandaag nog altijd hoog in het vaandel draagt. Met een lengte van 4,18 meter weet je genoeg. De hoogte en breedte? 1,25 meter en 1,8 meter. De Alpine valt dus klein uit vergeleken met de huidige spierbundels van sportwagens. Maar hij is vooral opvallend licht gebleven. Dat was ook de grootste uitdaging van de ingenieurs: een ultralichte auto die dagelijks bruikbaar is. Met een structuur uit aluminium en jacht op overbodige kilo’s blijft de Alpine onder de 1,1 ton (1.080 kilogram voor de “basisversie”, 1.103 kilogram voor de “Première Edition”).

Technisch

Voor het nieuwe model vertrokken de ingenieurs van een blanco blad. Ze hebben de Alpine-naam dus niet op dezelfde manier behandeld als die van Gordini enkele jaren geleden. Een 1.8 TCe van 252 pk en 320 Nm centraal achterin, een zeventrapsautomaat met dubbele koppeling, een ophanging met dubbele driehoeken vooraan en achteraan: niets is teveel voor de Fransman.

Binnenin

In het interieur probeert Alpine het naar je zin te maken met een dashboard dat met leder is overtrokken, geruit leder in de deuren, een driespakig stuur en zelfs een middenconsole met lederen bekleding. Toch werd er hier en daar ook beknibbeld: er zijn teveel harde plastics (onder meer in de deuren), het multimediasysteem is maar standaard, en de onderdelen die Alpine bij de Clio en Twingo haalde steken af tegen de rest.

Ook is er een ernstig gebrek aan opbergvakken. Zelfs de afwezigheid van een handschoenkastje maakt hem dagelijks moeilijk bruikbaar. Voor de koffer kan je kiezen: 100 liter voorin, 96 liter achterin. Naar Ikea hoef je dus niet te gaan. Maar dat is sowieso niet de bedoeling van dit model…

Alpine-magie

Meer dan een meter hoef je niet gereden te hebben om te begrijpen dat deze machine sensationeel is. Zo zijn er ultralichte Sabelt-zetels, met moeilijke instap maar wel verrassend comfortabel. Dan is er het precieze stuur, de comfortabele demping en de motor die soepel reageert bij alle toerentallen.

Als een grote

Is de Alpine geschikt voor elke dag? In de ontwikkeling van het chassis werd stevig geïnvesteerd, en dat werpt zijn vruchten af: zelfs op slecht wegdek blijft de Alpine comfortabel. Je rug én je oren blijven van pijniging gespaard.

Volgas!

Voor onze eerste test nam de constructeur ons mee naar het circuit van Grand Sambuc, in de buurt van Aix-en-Provence. Een technisch en hobbelig stuk asfalt, dat we niet in de beste omstandigheden konden leren kennen: windstoten, zomerbanden en temperaturen van minder dan 3 graden: alles was in gereedheid gebracht om van deze test een rodeorit te maken.

Net in die omstandigheden toont de Alpine zijn sterkte: de balans van het chassis is zo uitgekiend dat je kan doen wat je wilt. In de “Track”-modus grijpt het ESP genereus laat in (er zijn ook nog “Normal” en “Sport”, en het ESP is uitschakelbaar) en dan duikt de Alpine van de ene bocht naar de andere.

A la carte

Wil je zuiver en efficiënt de bocht uit? Het zwaartepunt onder je kont geeft de commando’s voor je rechtervoet. Flamboyanter? Dan duw je het gas wat meer in, of plaats je de machine bij het inrijden van de bocht. Zo eenvoudig kan het zijn. Wie wat stoerder wil rijden, mist wellicht alleen een sperdifferentieel.

Om het af te leren

De naam “Alpine” koos Jean Rédélé destijds niet lukraak, maar als verwijzing naar zijn bergrally’s. Op kleine bergwegen laat de nieuwkomer zien dat hij een waardige opvolger is: het hyperprecieze (maar iets te lichte) stuur, onvermoeibare remmen (meet een stevig pedaal), een speelse balans, een motor die 100 km/u haalt in 4,5 seconden, en een versnellingsbak die de verzetten levendig aan elkaar rijgt: alles is aanwezig.

Prijzen

Drie keer slecht en twee keer goed nieuws. Eerst het slechte nieuws? Het uitrustingsniveau “Première Edition” (1.955 exemplaren) was op vijf dagen uitverkocht, de basisprijs van de gewone versie ligt op bijna € 50.000 en de levertermijn bedraagt zowat 15 maanden. Het goede nieuws is dat Alpine een “basisversie” voorziet met twee uitrustingsniveaus: Pure (sportief) en Légende (comfortabel). Wat daar goed aan is? Dat de standaarduitrusting de hoge prijs wat compenseert. Alpine geeft tot slot een CO2-uitstoot op van 138 g/km, wat opvallend weinig is.

Besluit

De heropleving van het merk is geslaagd. De nieuwe A110 is geweldig gebalanceerd en het resultaat van jarenlange ervaring in chassisbouw. De ideale opvolger dus, en zonder twijfel een van de beste “revivals” uit de autogeschiedenis. De diamant is nog wat ruw en moet hier en daar nog verfijnd worden, maar wij zijn absoluut overtuigd van deze machine, die revanche kan nemen op de Duitsers die hem 20 jaar geleden in de schaduw zetten.